Dasai: “Suriname eerste land ter wereld dat koolstofkredieten kan verkopen voor vertraagde ontbossing”

Suriname eerste land ter wereld die koolstofkredieten kan verkopen voor vertraagde ontbossing

Suriname is gezegend met een uitgestrekt regenwoud. De bossen verwijderen actief meer koolstof uit de atmosfeer dan het land uitstoot.

Op dinsdag 3 september merkte minister Marciano Dasai van Ruimtelijke Ordening en Milieu (ROM) tijdens een persmoment op dat Suriname geen krediet ontvangt voor alle koolstofreducties en -verwijderingen uit zijn gehele bossen.

“Wij ontvangen alleen kredieten voor het resultaat van succesvolle nationale acties om ontbossing en bosdegradatie te vertragen. Helaas worden we niet beloond voor koolstofreducties van al onze bossen, terwijl dat wel het geval zou moeten zijn,” aldus de bewindsman.

Er bestaat momenteel geen systeem onder de Verenigde Naties (VN) en het Parijsakkoord dat regenwoudlanden beloont voor de ecologische diensten die complete bossen bieden.

“We vechten voor een nieuw systeem dat dit mogelijk maakt. Onder de nieuwe regels van het Akkoord van Parijs, waar we de afgelopen drie jaar succesvol over hebben onderhandeld, kunnen wij de koolstofreducties die het gevolg zijn van vertraagde ontbossing nu namens Suriname verkopen. We kunnen deze reducties verkopen aan ontwikkelde landen die hun eigen klimaatdoelstellingen niet halen”, verduidelijkt Dasai.

Hij gaf aan dat deze reducties ook aan bedrijven verkocht kunnen worden die koolstof neutrale doelstellingen nastreven. “Suriname is het eerste land ter wereld dat dit doet. We zijn hier heel trots op.”

De koolstofreducties vertegenwoordigen volgens de bewindsman, “de resultaten van al onze collectieve inspanningen als natie” om de ontbossing op nationaal niveau te vertragen.

“Het zijn soevereine koolstofreducties en zullen worden verkocht als koolstofkredieten ten behoeve van ons allemaal. De koolstofreducties van Suriname komen nu in aanmerking als ITMO’s onder artikel 6.2 van het Parijsakkoord.”

ITMO’s zijn emissiereducties en koolstofverwijderingen gemeten in tonnen koolstofdioxide. “Het moeten echte emissiereducties zijn, geverifieerd door de VN. Ze moeten voortkomen uit extra inspanningen van de overheid.”

Dasai geeft als voorbeeld dat de ITMO’s bijvoorbeeld aan Nederland verkocht kunnen worden als dat land er niet in slaagt zijn nationale klimaatbeloften na te komen, of aan de particuliere sector om hun netto nul-koolstofdoelstellingen te halen.

Suriname kan in de toekomst staatskoolstofkredieten ontvangen. Voor het eerste jaar dat meetelt onder het Parijsakkoord is iets minder dan 5 miljoen ton koolstofreducties en -verwijderingen door de United Nations Federal Credit Union geverifieerd, voor de succesvolle prestaties van ons land bij het vertragen van ontbossing gedurende twintig jaar. Dasai merkt op dat alle burgers moeten profiteren van de ITMO’s.

“Met behulp van dit markt gebaseerde financieringsmechanisme zullen we duurzame bestaansmiddelen voor mensen creëren. Onze onderwijs- en gezondheidszorgsystemen moeten we verbeteren.”

Hij geeft aan dat er een “pilot-mechanisme” wordt ontwikkeld voor het delen van de inkomsten c.q. voordelen in Suriname. “Er wordt samengewerkt met lokale groepen, NGO’s en de inheemse en andere tribale volkeren.”