Chan’s macabere leiderschap in een zwarte klucht

santokhi en bouterse gesprek

OPINIE – In mijn eerdere schrijven vergeleek ik Suriname met een groot circus, waarbij Chan Santokhi fungeerde als een slecht spelende clown.

Echter, recentelijk heb ik het gevoel gekregen dat ik verzeild ben geraakt in een donker-komisch toneelstuk, geproduceerd door het gezelschap Chan en zijn handlangers.

De klucht begon met het vertrek van de angstige Desi, die, mede dankzij lakse optreden van de autoriteiten, ongestoord zijn biezen kon pakken.

Onder de ogen van de veiligheidsdiensten voerde hij de Grote Verdwijntruc uit. Blijkbaar had niemand dit voorzien, terwijl de regering en het Openbaar Ministerie zogenaamd bezig waren met het bouwen van een privé-cel voor de ex- excellentie bij het Militair Hospitaal.

In mijn optiek had het Militair Hospitaal niet het beoogde decorstuk moeten zijn, niet alleen vanwege de vreemde locatie, maar vooral vanwege de aanzienlijke kosten.

Het is ironisch dat er kapitalen worden uitgegeven om een veroordeelde moordenaar te faciliteren, terwijl aan de overkant in het grootste ziekenhuis van het land onschuldige mensen onnodig sterven door gebrek aan voldoende geld en zorg.

Desi zou die twintig jaar als een echte straf moeten ondergaan, zoals andere criminelen dat ook doen. Het feit dat hij ooit president was, mag daar niets aan veranderen.

Hoewel er vage afspraken waren met zijn advocaat om zich later te melden bij het Zorghotel vanwege zijn zogenaamde ziekte, koos Desi ervoor het hazenpad te kiezen.

Een suggestie die ik doe, als Desi onverhoopt vóór zijn dood wordt opgepakt, is om de historische Devil-gevangenis op te knappen en hem daar te huisvesten.

Op die manier wordt het mes aan twee kanten geslepen – historisch erfgoed wordt hersteld, en gerechtigheid wordt gediend zonder onnodige uitgaven aan een luxueuze accommodatie voor een veroordeelde crimineel.

D. Karamat-Ali