Bureau Eenheid ondersteunt inheemsen in diversificatie landbouw

BUERAU EENHEID e1611655948499

GFC NIEUWSREDACTIE- Het Bureau Eenheid ondersteunt inheemsen in het diversifiëren van hun landbouw.

In dit kader heeft zij op 22 januari bewoners van Marijkedorp, verenigd in de Stichting Super Liga der Tucajana, voor een rondleiding meegenomen naar landbouwgrond te Coppenamepunt.

De inheemsen konden tijdens dit veldbezoek niet alleen de markoesateelt bezichtigen, maar meer nog kennis opdoen van het uitoefenen van andere landbouwvormen.

Soulamy Laurens, fungerend directeur Bureau Eenheid, praat van een oriëntatiebezoek waarbij het erom ging om te weten hoe het gaat, moet en kan. De stichting heeft het bureau benaderd om te ondersteunen omdat zij een plan heeft om de landbouw in inheemse gebieden aan te pakken.

Een van de acties binnen het plan is om te leren van andere groepen binnen de samenleving alsook andere technieken op te doen. Het veldbezoek moet ook in dit kader gezien worden.

Tijdens het bezoek aan Coppenamepunt is er een draft van het plan overhandigd aan directeur Laurens. Ze toonde zich ingenomen hiermee, vooral omdat de inheemsen snel aan deze opdracht hebben gewerkt en daarmee reeds een stukje voorwerk hebben gedaan.

Bureau Eenheid zal nu nagaan wat er is geformuleerd en het plan waar nodig bijstellen. Directeur Laurens geeft te kennen dat er potentiële donoren zijn en er zal volgens hun richtlijnen gewerkt worden.

Kapitein Grace Watamaleo van Marijkedorp is blij met de rondleiding. Volgens haar hebben de inheemsen veel interesse voor het telen van andere landbouwgewassen dan de traditionele ananas en cassave. “We moeten out-of-the-box denken en andere gewassen proberen. Ik denk dat het zal aanslaan bij de mensen en het zal een uitdaging zijn”, aldus Watamaleo.

De stichting verwacht optimale ondersteuning van de regering naar de kleine landbouwers toe en ook de juiste begeleiding van het ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij (LVV) zodat de productie van de grond komt. Het dorpshoofd weet dat het hard werken wordt, maar zegt dat dit geen probleem is wanneer er daarmee goede doelen worden beoogd.

In eerste instantie zal er alvast een hectare markoesa beplant worden. Op de vraag of dit genoeg is voor de lokale markt, legt directeur Laurens uit dat er op verschillende momenten met verschillende landbouwdeskundigen is gesproken. Een van de belangrijkste aspecten was in ieder geval dat de productie van gewassen niet voldoende is voor de lokale markt en noch minder voor de internationale.

Het is volgens Watamaleo wel een eerste stap om over te stappen om andersoortige gewassen. Volgens Laurens gaat het ook niet erom dat er voor markoesa gekozen moet worden. Echter, indien de inheemsen daarvoor kiezen, kunnen zij ook trainingen in markoesateelt krijgen.

Deze trainingen kunnen volgens Michael Deira, beleidsmedewerker Bureau Eenheid, door tussenkomst van LVV verzorgd worden door de familie Durga (Danray’s Agrofarm) die op Coppenamepunt aan markoesateelt doet.