Brunswijk verdedigt Jap-A-Joe: “Er is geen sprake van partijdigheid binnen het CHS”

ABOP congres

Vicepresident Ronnie Brunswijk heeft woensdag voorafgaand aan de ministerraadsvergadering gereageerd op de aanhoudende kritiek op Wendy Jap-A-Joe, ondervoorzitter van het Centraal Hoofdstembureau (CHS).

Jap-A-Joe ligt onder vuur na haar aanwezigheid op een partijbijeenkomst van de ABOP, waar zij actief meewerkte aan de bekendmaking van kandidaten.

Meerdere politieke partijen, waaronder de NDP, BEP, VLS, PL, PVC, A20, DA’91 en de NPS, stellen dat door haar optreden de onafhankelijkheid van het CHS in het geding is.

Ook Jennifer van Dijk-Silos, voorzitter van het Anti-Fraude Platform, is kritisch en vindt dat Jap-A-Joe zou moeten terugtreden.

Brunswijk ziet dat echter anders en stelt dat er geen sprake is van partijdigheid binnen het CHS. Hij benadrukt dat vrijwel alle leden van het CHS, waaronder ook voorzitter Lilawatie Punwasi, zijn voorgedragen door parlementaire partijen. Volgens hem functioneren deze verkiezingsautoriteiten onafhankelijk en naar eer en geweten.

“Het systeem is juist zo opgezet dat politieke partijen elkaar binnen het CHS kunnen controleren. Als iemand zich niet aan de regels houdt, dan valt dat op bij vertegenwoordigers van andere partijen,” aldus de vicepresident. Hij roept op om verkiezingsorganen niet onnodig onder druk te zetten.

Verder merkte Brunswijk op dat Van Dijk-Silos vaker kritiek uit op de ABOP. Zo sprak zij zich eerder uit tegen de kandidatuur van minister Delano Landvreugd en betwijfelde zij de juistheid van de kandidatenlijsten van de partij. De recente focus op Jap-A-Joe past volgens hem in datzelfde patroon.

Volgens Brunswijk moet de bijdrage van Jap-A-Joe niet worden overschaduwd door politieke sentimenten. “We moeten oppassen dat persoonlijke opvattingen niet de integriteit van instellingen aantasten,” stelde hij.

Brunswijk beklemtoont dat het Anti-Fraude Platform, waarvan Van Dijk-Silos voorzitter is, geen wettelijke status heeft en roept op tot rust en respect voor de bestaande institutionele processen.