Benoemen en beëdigen leden Hoofdstembureau door Biza in strijd met vonnis Constitutioneel Hof

NDP Suriname logo e1612168827323

GFC NIEUWSREDACTIE- Het benoemen en en beëdigen van leden van Hoofdstembureaus door het ministerie van Binnenlandse Zaken (Biza) is in strijd met het vonnis van het Constitutioneel Hof.

Dit zegt de fractie van De Nationale Democratische Partij (NDP) in een brief aan de president.

Eerder zei de gewezen voorzitter van het Onafhankelijk Kiesbureau (OKB), Jennifer van Dijk-Silos, dat deze handeling van de minister buiten de wet is en vroeg zij om daar onmiddellijk mee te stoppen.

Hieronder de brief van de NDP-fractie aan de president:

De fractie van de Nationale Democratische Partij (NDP) in De Nationale Assemblee heeft nota genomen van het besluit van het ministerie van Binnenlandse Zaken, om op vrijdag 16 september 2022 leden van het Hoofdstembureau van de kiesdistricten Para (Kiesdistrict VII) en Coronie (kiesdistrict IV) te beëdigen.

Hoewel wij ervan uitgaan dat dit binnen de bevoegdheden van het ministerie past, zijn er toch enkele bezwaren over de voortvarendheid en de wijze waarop deze activiteiten plaatsvinden en vragen wij ons af met welk doel deze handelingen worden gepleegd.

Ter uwer informatie moge het volgende dienen:

1. In februari 2021 werden nieuwe leden voor het Hoofdstembureau van het district Brokopondo benoemd en beëdigd. Dit ingevolge het schrijven van DNA om te voorzien in de opvolging van het gewezen lid S. Akiemboto.

2. In augustus 2021 werden eveneens nieuwe leden voor het Hoofdstembureau van het district Sipaliwini benoemd en beëdigd ingevolge de opvolging van het gewezen lid D. Vorswijk. In beide gevallen is conform artikel 28 van de vigerende Kiesregeling gehandeld.

3. Op 5 augustus 2022 heeft het Constitutioneel Hof, in een openbare zitting een belangrijke toetsing gedaan van de vigerende Kiesregeling en delen daarvan onverbindend verklaart, met name artikel 9 en artikel 24 welke in strijd zijn met artikel 8 en 55 van de Grondwet, artikel 25 sub b en 26 van het BUPO Verdrag en verder artikel 1 jo. 23 jo. en 24 van het AVRM verdrag.

De uitspraak van het Constitutioneel Hof impliceert onder andere dat de grenzen van de kiesdistricten niet meer gelijk zijn aan de grenzen van de bestuursdistricten, met het gevolg dat er wijzigingen komen, in de kiesregeling, voor hoe die grenzen eruit zullen zien.

De vraag die gesteld kan worden is, in hoeverre het ministerie van Binnenlandse Zaken rekening houdt met de uitspraak van het Constitutioneel Hof en haar beleid daarop toespits bij de voorbereidingen en uitvoering van de verkiezingen van mei 2025.

Het Hoofdstembureau zal niet meer volgens de eerdere bepalingen zoals opgenomen in de kiesregeling kunnen worden ingesteld, tenzij de grensbepaling bij wet zal worden gewijzigd.

De NDP-fractie is van mening dat de handelingen en of het beleid van het ministerie van Binnenlandse zaken, om nu Hoofdstembureau leden te benoemen en te beëdigen, in strijd zijn met het vonnis van het Constitutioneel Hof en geen rekening houden met mogelijke wijzigingen die als gevolg van deze uitspraak kunnen optreden.

Ingevolge het bovenstaande vragen wij duidelijkheid over de beweegredenen van het ministerie voornoemd om leden van Hoofdstembureaus nu reeds te benoemen en te beëdigen.

Voorts wensen wij u erop te attenderen dat door u een presidentiële commissie is benoemd die zich zal moeten buigen over het vonnis van het Constitutioneel Hof. Wij vernemen volgaarne wat de status is van deze commissie.

In de hoop dat de NDP-fractie zo spoedig mogelijk wordt geïnformeerd over het beleid en voornemens van de regering, met betrekking tot de voorbereidingen en uitvoering van de verkiezingen van mei 2025, doen wij op u het beroep om handelingen die potentieel strijdig zijn met aanpassingen van de Kiesregeling achterwege te laten.

Tot slot wensen wij u veel wijsheid gedurende dit proces.