Tijdens een recente zitting van De Nationale Assemblee uitte Ronny Asabina, fractieleider van de BEP, zijn bezorgdheid over een nieuw onderwijsproject van het ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur.
Dit project, gericht op het verbeteren van cijfers en het bevorderen van de overgang naar het volgende leerjaar, lijkt het binnenland grotendeels uit te sluiten, met uitzondering van Brokopondo.
Asabina benadrukte dat slechts twee van de zeventien basisscholen in Brokopondo deelnemen aan dit project, wat volgens hem neerkomt op discriminatie en uitsluiting van het binnenland.
Hij bekritiseerde het beleid om belangrijke beslissingen te nemen zonder voldoende aandacht te besteden aan de behoeften van het achterland.
Asabina pleitte voor een heroverweging van dit beleid, met meer focus op de problematiek van dropouts in het binnenland, en voor een inspirerend en gezond onderwijsklimaat voor alle kinderen, ongeacht hun woonplaats.
Ricky Stutgard reageerde op zijn Facebookpagina door te stellen dat minister Ori de leerachterstanden wil aanpakken, maar het binnenland buiten beschouwing laat. “Het binnenland wordt dus hermetisch afgesloten,” merkte hij op.
Hij wees erop dat ten minste tien DNA-leden afkomstig zijn uit het binnenland, evenals zeven ministers en een vicepresident.
“Hoe kan het dan dat slechts één persoon (verwijzend naar Asabina) protesteert tegen de barbaarse en draconische plannen van Ori?” vroeg hij zich af.
Deze discussie legt de vinger op een belangrijk punt in de strijd voor gelijke onderwijskansen. Het is van groot belang dat beleidsmakers de diverse behoeften van alle regio’s erkennen om een rechtvaardig en effectief onderwijsbeleid te waarborgen.
Volgens critici kan dit alleen worden bereikt door een verandering in de beleidsmentaliteit, zodat geen enkele regio of gemeenschap achterblijft.
Patty maakt deel uit van het freelance redactieteam van GFC Nieuws.
Voor contact: info@gfcnieuws.com