Amnestiewet 1992 in strijd met delen Grondwet en internationale verdragen

Amnestiewet3 585x303 CH

GFC NIEUWSREDACTIE- De zogeheten amnestiewet van 1989, die in werking trand in 1992 in Suriname, is in strijd met delen van de Grondwet van Suriname en internationale verdragen.

Dit is de beslissing van het Constitutioneel Hof tijdens zitting op 3 augustus betreffende de zogeheten amnestiewet van 1989 op verenigbaarheid met de grondwet, het internationaal verdrag inzake burger en politieke rechten (IVBPR) en het Amerikaans verdrag voor de rechten van de mens (AVRM).

De beslissing is getekend door Mr. Gloria Stirling, voorzitter van het Constitutioneel Hof en plaatsvervangend secretaris, Mr. Moira Breidel.

Het Constitutioneel Hof is van oordeel dat gelet op de toetsing van de wet van 19 augustus 1992 (S.B 1992 no68) (Amnestiewet 1989) deze wet in strijd is met artikelen in de Grondwet van de Republiek Suriname en in strijd is met de artikelen van het IVBPR en het AVRM.

Het Hof neemt in overweging dat amnestie een bij of krachtens wet geregelde algemene kwijtschelding van straffen is, wegens strafbare feiten gepleegd gedurende een bepaalde tijd en achteraf het strafbaar karakter ontnomen wordt, onverschillig of er een rechtsvervolging is ingesteld en of men de schuldigen kent.

Volgens de vaste rechtspraak van het Inter-Amerikaans Hof voor de Rechten van de mens is het zo dat indien amnestie in strijd is met het AVRM deze nietig wordt verklaard.

Ook is overwogen dat degenen aan wie amnestie werd verleend conform deze wet in de periode van 1 januari 1985-20 augustus 1992 ten aanzien van misdrijven tegen de menselijkheid, oorlogsmisdrijven en genocide, zij niet zijn uitgesloten van strafvervolging.

Er is geen rekening gehouden met de gevoelens van het volk en de inzichten van relevante organisaties over de gevolgen van de verleende amnestie met betrekking tot de wet. Amnestiewetten leiden tot machteloosheid bij slachtoffers en bestendigen straffeloosheid.

De Staat Suriname is gehouden tot waarborging en verzekering van mensenrechten, zulks voortvloeiende uit de Grondwet en de internationale mensenrechtenverdragen waarbij Suriname partij is, waaronder het IVBPR en het AVRM.