Albert Ramdin treedt op 26 mei aan als secretaris-generaal van de OAS, blijft minister

albert ramdin

Albert Ramdin begint op 26 mei aan zijn termijn als secretaris-generaal van de Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS).

Tot het einde van de maand blijft hij nog aan als minister van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking.

Op 25 mei zal hij in Suriname zijn om zijn stem uit te brengen.

Met de steun van 30 van de 32 lidstaten werd Ramdin zonder tegenkandidaat gekozen, nadat zijn enige rivaal, de Paraguyaanse minister Rubén Ramírez Lezcano, zich uit de race terugtrok.

Dit is een historische benoeming: Ramdin is de eerste secretaris-generaal uit het Caribisch gebied en de eerste voormalige assistent-secretaris-generaal die de hoogste positie binnen de OAS bekleedt.

De verkiezingscampagne kostte SRD 4.2 miljoen, aanzienlijk minder dan de SRD 100 miljoen die in de media circuleert.

Er werd geen dure internationale campagne gevoerd; in plaats daarvan werd de strategie gericht op diplomatieke contacten tijdens buitenlandse dienstreizen en interne inspanningen van het ministerie.

Sinds zijn nominatie door president Chandrikapersad Santokhi in 2023, is er gewerkt om een brede steun binnen de OAS te verkrijgen.

Ramdin ontkracht berichten dat de Verenigde Staten invloed hebben uitgeoefend op de verkiezing. Het land bleef neutraal en toonde geen voorkeur voor een van de kandidaten.

Zijn prioriteiten als secretaris-generaal omvatten het overbruggen van verdeeldheid binnen de OAS, versterking van de organisatie, aanpak van de klimaatcrisis, betere communicatie over het werk van de OAS en het zoeken naar oplossingen voor de crises in Haïti en Venezuela.

Ook zal hij zich richten op migratieproblematiek en economische en politieke stabiliteit in het westelijk halfrond.

De transitieperiode is teruggebracht van drie naar twee maanden, mede dankzij Ramdins eerdere ervaring als assistent-secretaris-generaal.

Op middernacht van 25 mei loopt de termijn van zijn voorganger, Luis Almagro, af en de volgende dag begint Ramdin aan zijn vijfjarige ambtstermijn.

Tot eind mei blijft hij echter zijn ministeriële taken in Suriname vervullen.