Advocaten pleiten voor vrijspraak Inheemse verdachten in Pikin Saron-zaak

inheemsen vids indianen

De zaak tegen de zes Inheemse verdachten van de Pikin Saron strafzaak, waarin zij worden beschuldigd van misdrijven gepleegd op 2 mei 2023, is opnieuw uitgesteld naar 15 november.

Een kritische vertegenwoordiger uit de Inheemse gemeenschap spreekt uit dat de tijd is aangebroken om een historische stap te zetten voor het Inheemse volk in Suriname.

“Het moment is gekomen om gerechtigheid te eisen voor onze strijders,” verklaarde de woordvoerder, die de gemeenschap aanspoort om volgens hun eigen tradities en cultuur te blijven bidden voor een positieve uitkomst.

De verdachten, waaronder G. Zaalman, J. Harry, J. Arumjo, R. Moera-Awalie, M. Moera-Awalie en M. Bergsmans, worden momenteel door het Openbaar Ministerie geconfronteerd met een eis van 15 jaar gevangenisstraf.

In de ogen van vele Inheemse Surinamers zijn deze mannen echter geen criminelen, maar strijders voor de rechten van Inheemse volken.

De zaak is geladen met symboliek, omdat de groep in opstand kwam tegen de voortdurende discriminatie en achterstelling van Inheemse volken, en de vervuiling en vernieling van hun voorouderlijke grondgebieden in en rondom de dorpen Pikin Saron en Bigi Poika in Para.

De recente gebeurtenissen worden in de Inheemse gemeenschap gezien als onderdeel van een veel bredere strijd voor rechtvaardigheid.

Twee Inheemse mannen, Ivanildo Dijksteel (32) en Martinus Wolfjager (65), verloren het leven in deze strijd voor land- en mensenrechten. “Onze mensen zijn niet zomaar opgestaan,” aldus de woordvoerder.

“Na eeuwen van marginalisatie en genocide is het onze plicht om onze cultuur en land te beschermen. Het is tijd om onze eigen positie in dit land te bepalen en te bewijzen dat wij een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan de ontwikkeling van Suriname, een bijdrage die ons te lang is onthouden.”

De Vereniging van Inheemse Dorpshoofden in Suriname (VIDS) heeft opnieuw opgeroepen tot erkenning van de collectieve rechten van Inheemse volken.

De VIDS stelt dat de voortdurende detentie en strenge behandeling van de verdachten het gevolg is van een structurele onderdrukking en gebrek aan erkenning van de rechten van de Inheemse bevolking in Suriname.

Zij benadrukken dat eerdere uitspraken van het Inter-Amerikaans Hof voor de Rechten van de Mens door opeenvolgende regeringen zijn genegeerd, wat bijdraagt aan de huidige spanningen en gewelddadige conflicten.

Critici uit de Inheemse gemeenschap hebben vertrouwen in het advocatenteam en hopen dat de rechtszaak een eerlijke kans biedt om het onrecht dat de Inheemse gemeenschap ervaren heeft onder de aandacht te brengen.

“Onze strijders verdienen een rechtvaardige behandeling en wij hopen op een uitspraak die recht doet aan hun inzet voor ons volk en onze cultuur,” aldus de woordvoerder.