Mungra: Rechterlijke uitspraak dramatische klap voor democratie

rechter rechtszaak hamer

De politieke partij De Nieuwe Leeuw (DNL) uit stevige kritiek op het vonnis van het Hof in hoger beroep, waarin werd geoordeeld dat de kandidatuur van DNL ondanks onweerlegbare bewijzen van onrecht, niet kon worden hersteld.

Volgens partijvoorzitter Dharm Mungra is de uitspraak een “absurde en volstrekt ongeloofwaardige dramatisering van feiten” en vormt deze een directe ondermijning van de democratische rechtsstaat.

De zaak draaide om het verdwijnen van de kandidatenlijst van DNL bij het Hoofdstembureau in Wanica. Het Hof erkende de bewijslast en stelde dat DNL in het gelijk stond, maar besloot toch anders te oordelen.

De motivatie hiervoor was dat, op basis van verklaringen van de president, het uitvoeren van het vonnis zou kunnen leiden tot ernstige sociale en economische ontwrichting – met als mogelijk gevolg het uitroepen van een noodtoestand.

Volgens Mungra is deze redenering volstrekt irreëel en onhoudbaar. Hij wijst erop dat een hoge functionaris van het Ministerie van Binnenlandse Zaken (BIZA) eerder op de dag had aangegeven dat het drukproces van de stembiljetten voor de verkiezingen was opgeschort, in afwachting van de uitspraak in deze zaak.

“Waarom werd deze functionaris niet gehoord, en waarom heeft het Hof zich slechts gebaseerd op een mededeling van de BIZA-directeur over deadlines in de kiesregeling, terwijl uit de praktijk blijkt dat die termijn opgeschoven kon worden?” vraagt Mungra zich af.

De raadsman van DNL, mr. R. Tjon A Joe, presenteerde tijdens het proces overtuigend bewijs van de gang van zaken rond de verdwenen kandidatenlijst. Toch koos het Hof ervoor om het algemeen belang boven het individuele recht van DNL te plaatsen.

Volgens Mungra is hiermee een gevaarlijk precedent geschapen.

“De grootste verliezer in deze hele affaire is niet DNL, maar onze democratie, die hiermee ernstig is verzwakt en aan het wankelen is gebracht.”

DNL beraadt zich op verdere stappen en sluit een beroep op internationale waarnemers en mensenrechtenorganisaties niet uit.