Een pleidooi voor rechtvaardigheid voor Surinaamse plantage-erfgenamen

tourtonne bos bananen aanplant suriname paramaribo perceel

De recente wetswijziging die de onteigening van boedelplantages mogelijk maakt, heeft in Suriname veel controverse veroorzaakt.

De wet, die op 1 mei 2025 van kracht wordt, heeft niet alleen gevolgen voor de rechtmatige eigenaren van de boedelgronden, maar het raakt ook het diepgewortelde erfgoed en de identiteit van de gemeenschap.

De gevolgen van deze wet kunnen verwoestend zijn voor de nabestaanden van plantage-eigenaren, vooral voor degenen die al generaties lang op deze gronden wonen.

Wat deze situatie vraagt, is een fundamenteel begrip van wat werkelijk belangrijk is voor de mensen en het land.

Het huidige debat over de boedelkwestie raakt niet alleen de juridische en politieke sfeer, maar heeft ook ethische, sociale en spirituele dimensies.

Er wordt voorbijgegaan aan de diepere verbinding tussen land, gemeenschap en mensenrechten, en dit kan de fundamenten van een rechtvaardige samenleving ondermijnen.

In plaats van deze kwestie als een louter juridische strijd te beschouwen, moeten we erkennen dat de boedelplantages ook een symbool zijn van de culturele en historische identiteit van Suriname.

De grond is niet zomaar een bezit; het is het fundament van het leven van de gemeenschap, het verhaal van hun voorouders en de basis voor de toekomst van hun kinderen.

Oorzaken en achtergrond

De problematiek rond boedelplantages is niet nieuw. Al tientallen jaren worstelen de erfgenamen van plantage-eigenaren met de onzekerheid van hun eigendom.

Het gebrek aan duidelijke eigendomstitels, het onvermogen om de gronden te verkopen of hypothecair te belasten, en het ontbreken van juridische en administratieve duidelijkheid hebben geleid tot een stagnatie in de ontwikkeling van deze gebieden.

Dit heeft op zijn beurt de bredere regionale ontwikkeling in Suriname belemmerd.

In 2015 werd al gewezen op deze problematiek in het proefschrift van een jurist die pleitte voor de verdeling van de boedelgronden, zodat de stagnatie opgeheven zou kunnen worden.

Het nieuwe Surinaamse Burgerlijk Wetboek dat vanaf 1 mei 2025 in werking treedt, maakt het nu mogelijk voor de overheid om deze gronden te verdelen, maar de manier waarop dit gebeurt heeft grote gevolgen voor de bewoners.

De bewoners verliezen hun status als eigenaren en worden nu ‘gebruikers’ van het land. Dit heeft verstrekkende gevolgen, omdat zij hun land kunnen verliezen als zij niet kunnen aantonen dat zij de rechtmatige erfgenamen zijn of geen goed beheersplan kunnen indienen.

Meer dan een juridische kwestie

De wet legt een zware druk op de bewoners van de boedelplantages. Ze verliezen hun zelfbeschikkingsrecht en worden gedwongen om hun rechten te bewijzen via een proces dat hen hun land kan ontnemen.

Ze worden gezien als ‘gebruikers’ in plaats van eigenaren, wat hen in een kwetsbare positie plaatst. Het feit dat de wet ook vreemden de mogelijkheid geeft om aanvragen in te dienen, maakt de situatie nog complexer.

Dit betekent dat de gemeenschappen die al generaties lang op deze gronden wonen, hun band met hun land kunnen verliezen aan partijen die geen historische of culturele connectie met het land hebben.

Dit leidt tot een verlies van identiteit en rechtvaardigheid voor de bewoners, die al lang in harmonie met de natuur en het land leven.

De onteigening van deze gronden is niet enkel een juridische actie, maar ook een moreel en sociaal probleem. Het wegnemen van het land zonder een eerlijke en transparante oplossing zal de sociale cohesie verder ondermijnen en onvrede creëren.

Het vraagt om een heroverweging van de wet, waarbij het welzijn van de nabestaanden en de bredere gemeenschap vooropstaat.

De ethische en sociale verantwoordelijkheid

De Surinaamse regering heeft een verantwoordelijkheid om een rechtvaardige samenleving te creëren, waarin zowel de juridische als de ethische dimensies van eigendom worden gerespecteerd.

Land is niet alleen bezit; het is de basis van het bestaan van mensen en gemeenschappen. Het is de basis voor hun geschiedenis, cultuur en toekomst.

De wet die de onteigening van boedelplantages mogelijk maakt, ondermijnt deze diepere verbinding met het land, en dit kan niet worden genegeerd.

Er wordt veel nadruk gelegd op economische vooruitgang, maar het is belangrijk om te erkennen dat werkelijke vooruitgang niet alleen draait om materiële welvaart.

Echte vooruitgang gaat ook over respect voor het land, de mensen en de geschiedenis. Wanneer een gemeenschap haar land verliest, verliest zij ook haar toekomst.

In plaats van de wet als een technische kwestie te behandelen, moeten we de sociale en ethische implicaties van deze wet grondig herzien.

Het is essentieel dat de overheid, politieke partijen en de gemeenschap samenkomen om een oplossing te vinden die recht doet aan zowel de geschiedenis als de toekomst van Suriname.

Een oproep tot dialoog en rechtvaardigheid

De komende regering, die na de verkiezingen in mei 2025 aan de macht komt, heeft de kans om deze kwestie opnieuw te beoordelen en de wet in overeenstemming te brengen met de ethische en sociale waarden van Suriname.

Het is niet te laat om deze wet in te trekken en een proces van dialoog en samenwerking te beginnen.

Een nieuwe regering kan samen met de nabestaanden van plantage-eigenaren, juridische experts en maatschappelijke organisaties werken aan een wet die de rechten van de rechtmatige bewoners respecteert en tegelijkertijd ruimte biedt voor eerlijke ontwikkeling en vooruitgang.

De oplossing ligt in samenwerking en begrip. Het zou verkeerd zijn om te denken dat de belangen van de gemeenschap volledig in strijd zijn met de belangen van de staat.

Door een inclusieve benadering te volgen, kan de nieuwe regering een wet ontwikkelen die de geschiedenis respecteert en tegelijkertijd kansen biedt voor economische groei en sociaal welzijn.

Dit kan onder meer door een transparant en eerlijk proces voor landverdeling en registratie, waarbij de erfgenamen hun rechten kunnen aantonen en een ontwikkelingsplan kunnen indienen voor de boedelgronden.

Een samenleving gebaseerd op rechtvaardigheid

Rechtvaardigheid gaat niet alleen over het naleven van regels, maar over het erkennen van de diepere menselijke waarden die verbonden zijn met de landerijen en de gemeenschappen die er al eeuwenlang wonen.

Het erkennen van deze waarden is essentieel voor het bevorderen van harmonie, sociale vrede en duurzaamheid in Suriname. Als we de rechten van de bewoners niet erkennen en een oplossing forceren die hen uitsluit, creëren we een samenleving die haar morele fundamenten verliest.

Het is van cruciaal belang dat de politiek de morele verantwoordelijkheid neemt om de belangen van de nabestaanden en de bredere gemeenschap te beschermen.

Alleen door gezamenlijk en met respect een oplossing te vinden, kunnen we een rechtvaardige en duurzame toekomst voor Suriname waarborgen. Dit is geen louter juridische strijd, maar een strijd voor de toekomst van het land, zijn cultuur en zijn mensen.

Een nieuwe weg voor Suriname

De wet die de onteigening van boedelplantages mogelijk maakt, is een weerspiegeling van de uitdagingen waar Suriname momenteel mee te maken heeft.

Het is echter van groot belang dat de wet niet als een afgedane zaak wordt behandeld, maar als een kans voor een diepgaande en eerlijke heroverweging.

De komende regering kan deze wet intrekken en samen met de gemeenschap werken aan een rechtvaardige oplossing die rekening houdt met de belangen van alle betrokkenen.

Alleen door samen te werken, met respect voor de geschiedenis, cultuur en rechten van de nabestaanden, kan Suriname een toekomst bouwen die werkelijk rechtvaardig is voor iedereen.

Robby Tjauw-Foe