Risico op tsunami in Suriname door olie- en gasboringen blijkt gering

zee golf tsunami golven

Het idee dat olie- en gasboringen voor de kust van Suriname een tsunami kunnen veroorzaken, leeft bij sommige Surinamers.

Vooral na een eerder bericht over een mogelijke vulkaanuitbarsting op het Spaanse eiland La Palma, waarbij werd gesproken over een mogelijke tsunami van 25 meter hoog, kreeg deze theorie meer aandacht.

Reacties als “die boringen zorgen zeker ook voor een tsunami” kwamen binnen bij onze redactie. Maar klopt dat eigenlijk wel?

Uit onderzoek van GFC Nieuws blijkt dat de kans op een tsunami door olie- en gasboringen nihil is.

Suriname ligt namelijk aan een passieve rand van de Zuid-Amerikaanse plaat, een stabiele regio met weinig tot geen seismische activiteit.

Tsunami’s ontstaan meestal door zware onderzeese aardbevingen of gigantische onderwaterlandslides. Dit soort gebeurtenissen komen in onze wateren simpelweg niet voor.

Daarnaast worden olie- en gasboringen streng gecontroleerd. Ja, er zijn trillingen en lokale verstoringen, maar deze zijn beperkt en gereguleerd door ingenieurs en milieu-experts.

Ook mijnbouwactiviteiten, die zich in Suriname vooral op land concentreren, vormen geen bedreiging.

Internationale organisaties zoals de United States Geological Survey (USGS) en de National Oceanic and Atmospheric Administration (NOAA) bevestigen dit.

Hun rapporten tonen aan dat olie- en gasboringen in stabiele kustomgevingen vrijwel nooit aanleiding geven tot seismische activiteit die een tsunami op gang kan brengen.

Kortom: het risico op een tsunami door olie- en gasboringen voor de kust van Suriname is verwaarloosbaar. De natuurwetten laten zich niet zomaar beïnvloeden door menselijke activiteiten.