Prerogatief of Willekeur?

eugene van der san

Prerogatief is een voorrecht van de president om naar eigen inzicht te handelen. Willekeur is het tegenovergestelde. Deze begrippen zijn belangrijke normbepalingen binnen het bestuursrecht.

Bij resolutie van 6 februari 2025 no. 2909/25 (S.B. 2025 no. 14 ) heeft de president de vaststelling van de inwerkingtreding van het Burgerlijk Wetboek                   (S.B. 2024 no. 164 ) en aanverwante wetgeving afgekondigd. 

Voor deze bestuursrechtelijk handeling zijn de artikelen 80-110-118 van de grondwet van belang. Artikel 80 luidt als volgt: 

Alle ontwerpen van wet, door DNA goedgekeurd en door de president bekrachtigd, verkrijgen kracht van wet na afkondiging.                                                                   Artikel 110: Bevoegdheden met betrekking tot andere organen. 

De president is bevoegd van: a. tot en met h. en onder f. regelende het bekrachtigen van goedgekeurde wetsontwerpen en ontwerp staatsbesluiten.

Artikel 118: De wijze van afkondiging van wetten en staatsbesluiten en het tijdstip waarop zij aanvangen verbindend te zijn, worden door de wet geregeld. Deze organieke wet (een wet door de grondwet vereist)  is een wet van                         5 januari 1988 ( S.B. 1988 no. 1). In deze wet is in artikel 1 bepaald: De regering kondigt de wetten af door plaatsing in het Staatsblad van de Republiek Suriname. Lid 2: Een wet treedt in werking op de dertigste dag na haar afkondiging, tenzij zij anders bepaalt. Vanaf hier ontstaat de dwaling.

De mensen om de president heen, althans de adviseurs, interpreteren deze zinsnede “tenzij zij anders bepaalt” alsof de president hieraan een bevoegdheid ontleent (resolutie) conform artikel 7 van het staatsbesluit van 6 november 1996 ( S.B. 1996 no. 53). 

Echter is de grondwetgever duidelijk. Bij de afkondiging van een wettelijke regeling in formele zin dient de bekrachtiging duidelijk een ingangsdatum te hebben. Vandaar na 30 dagen tenzij zij anders bepaalt. Het kan dus zijn “met ingang van de dag volgende op die van zijn afkondiging in het Staatsblad. Deze redactie is een veel voorkomende bepaling.

Hier heeft de president nog het prerogatief om naar omstandigheden naar eigen inzicht te handelen. Het kan zelfs tot een jaar uitlopen. Wat wetstechnisch niet kan en bovendien ook in strijd met de grondwet, is in de wettekst te bepalen, dat de president op een nader te bepalen tijdstip bij resolutie de ingangsdatum kan afkondigen, zoals nu bij de onderhavige  bekrachtiging van “ het nieuwe Burgerlijk Wetboek, tezamen met Boek 7A. Dat is willekeur omdat conform S.B. 1996 no. 54  artikel 7 deze bevoegdheid niet uitdrukkelijk aan de president in een wet is gegeven. Dat causaal verband moet worden begrepen.

Deze methodiek was reeds toegepast bij de afkondiging van de wet paspoorten instructies. Maar zoals gebruik bij deze regering worden alle inzichten, die niet direct behoren tot hun inner circle verwaarloosd.

Niet beseffende dat wij te doen hebben met een  Staat en geen privébedrijf. Reeds bij de eerste ontmoeting van de cursisten studie Nieuw Burgerlijk Wetboek, had de vraag massaal moeten  worden gesteld “HOE IS HET MOGELIJK DAT DEZE WET BIJ RESOLUTIE IS AFGEKONDIGD? De ziel van onze wetgeving.

Al deze onvolkomen bestuurshandelingen moeten rechtsstatelijk door het Constitutioneel Hof op hun rechtmatigheid worden getoetst.

Ten slotte aan die boskabouter Hikmat; mijn interesse als technocraat is gericht op concrete gebeurtenissen zoals deze en geen politieke geouwehoer.  

Eugène van der San