Ronald Snijders, een bekende Surinaamse-Nederlander die jaren in Nederland heeft gewoond en regelmatig naar zijn geboorteland reist, heeft in een recente verklaring zijn zorgen geuit over de extreme inkomensverschillen en torenhoge kosten van levensonderhoud in Suriname.
Hij benadrukt hoe het dagelijks leven voor de doorsnee Surinamer steeds zwaarder wordt, ondanks optimistische economische rapporten over de groei van het land.
Snijders vergelijkt de inkomens en prijzen in beide landen en schetst een onthutsend beeld. “Een secretaresse verdient in Suriname gemiddeld 200 euro per maand voor een zesdaagse werkweek van 60 uur, terwijl haar tegenhanger in Nederland minstens 2000 euro verdient voor een vijfdaagse werkweek.”
Dit zou nog enigszins te relativeren zijn als de kosten van levensonderhoud in Suriname ook tien keer lager zouden zijn dan in Nederland, maar dat is niet het geval.
Snijders rekent voor hoe de prijzen in Suriname in verhouding staan tot het lokale inkomen.
“Een flesje water in een Surinaamse supermarkt kost rond de 20 SRD (ongeveer 60 eurocent), vergelijkbaar met de prijs in Nederland. Maar om dezelfde prijzendruk te ervaren als een Surinamer, zou je in Nederland 6 euro moeten betalen voor datzelfde flesje.”
Ditzelfde patroon herhaalt zich bij voedingswaren, brandstof en andere basisbehoeften.
“Een eenvoudig belegd broodje kost in Paramaribo 180 SRD, ongeveer 5 euro. In Nederland zou dat neerkomen op een broodje van 50 euro als je de koopkrachtverschillen in acht neemt.”
Ook brandstofprijzen geven een vertekend beeld.
Hoewel benzine in Suriname met 47 SRD per liter (ongeveer 1,35 euro) op het eerste gezicht goedkoper lijkt dan in Nederland (1,99 euro per liter), wijst Snijders erop dat de reële prijzendruk voor de gemiddelde Surinamer zou neerkomen op een equivalent van 13,50 euro per liter in Nederland.
“Deze absurde prijzen gelden niet alleen voor voedsel en benzine, maar ook voor taxi’s, hotels, mobiele telefoons, kleding en huurprijzen. Er is vaak weinig garantie op producten en diensten, en schade door de tropische vochtigheid en overstromingen maakt het leven nog duurder.”
Sociale gevolgen en verborgen armoede
Naast de hoge kosten van levensonderhoud speelt er volgens Snijders ook een sociaal probleem. “Veel Surinamers met een Nederlands pensioen of AOW redden het prima, maar wie alleen op de Surinaamse AOV moet leven – ongeveer 50 euro per maand – zit in bittere armoede.”
Hij zegt dat veel mensen in Suriname afhankelijk zijn van financiële hulp van familie in de diaspora, maar dat dit geen structurele oplossing biedt.
“Het idee dat mensen ‘gewoon zelf groenten moeten planten’ klinkt mooi, maar verandert niets aan de torenhoge prijzen voor huur, vervoer, kleding en andere basisbehoeften.”
Hoewel de regering optimistische rapporten over economische vooruitgang presenteert, ziet Snijders daar in het dagelijks leven weinig van terug.
“De beloofde welvaart door de grote olievoorraden is allesbehalve een garantie voor verbetering. Wereldwijd blijkt dat olie-inkomsten vaak vooral de elite ten goede komen, terwijl de gewone bevolking juist verder achterop raakt.”
Snijders besluit met een heldere boodschap: “De werkelijkheid voor de gewone Surinamer is anders dan de mooie economische cijfers doen geloven. Mensen moeten keihard werken, vaak meerdere banen tegelijk, en komen alsnog niet rond.
Toch blijven ze trots, goed gekleed en vieren ze hun cultuur, ondanks de groeiende verborgen armoede.”
Zijn liefde voor Suriname blijft onveranderd, maar hij vindt dat de harde realiteit benoemd moet worden. “Als we het probleem niet erkennen, kunnen we ook geen oplossingen zoeken.”
M.P. Wong maakt deel uit van het freelance redactieteam van GFC Nieuws.
Voor contact: info@gfcnieuws.com