Toen de regering Santokhi in 2020 aantrad, klonk het duidelijk en helder: “Het land ontwikkel je niet met pakketten.”
Dit waren de woorden die hij met zichtbare zelfverzekerdheid en als een volgroeide demagoog uitsprak.
Dit wekte de indruk over het bestaan van een weloverwogen en uitgebalanceerd plan om uit de economische malaise te komen waarin ons land na tien jaar vernietigend beleid door de voorafgaande NDP-regering was gedompeld.
Een plan waarin door nationale, gebundelde inspanning de productie zou worden opgevoerd, de door corruptie verdwenen middelen uit de staatskas zouden worden opgespoord en teruggebracht, de veiligheidssituatie zou worden verbeterd, investeerders zouden worden aangetrokken, nieuwe banen zouden worden gecreëerd, nepotisme zou worden uitgebannen, en betaalbare voedselzekerheid voor het volk tot stand zou worden gebracht, enz.
Niet alleen dat niks van dat alles is terechtgekomen, blijkt ineens, uitgerekend vier maanden voor de verkiezingen, dat het verdelen van uit bedelarij verkregen voedselpakketten uit India de grote oplossing is om de kiezer in staat te stellen met een volle maag straks naar de stembus te gaan.
Het uitgangspunt dat je een land niet ontwikkelt door het verstrekken van voedselpakketten is echter een waarheid die reeds lang achterhaald is, dat heeft het NDP-regime reeds jaren ook bewezen.
Voor echte vooruitgang zijn een doordachte, integrale ontwikkelingsvisie, goed beleid en daadwerkelijke vrede, harmonie en eenheid onder het volk nodig.
De ingeslagen weg van “middels handje ophouden” te zorgen voor het voeden van je volk is daarom niet anders te verklaren dan als een erkenning van het ernstige falen van haar beleid door de regering en vooral haar gruwelijke onvermogen om onze samenleving naar een leefbaar niveau te tillen.
Het indrukwekkend aantal containers dat aankomt wekt overigens de indruk dat het hier blijkbaar meer betreft dan slechts een symptoombestrijding van een tijdelijk fenomeen, maar mogelijk rekening wordt gehouden met een structurele vorm die de armoede heeft aangenomen en we ons nu als potentieel 17de rijkste land in de wereld ook in de rij van landen als Zimbabwe, Bangladesh, Ethiopië en andere hebben laten opnemen die voor het vullen van de hongerige magen van hun kinderen het moeten hebben van de piëteit van andere goed menende naties. In dit geval India dus.
Hopelijk zal het electoraat zich bij de komende verkiezingen daarom nu werkelijk met verstand haar leiders gaan kiezen die een gedegen plan om uit onze misère te komen kunnen presenteren en zich niet meer laten leiden door patronage.
Het is tijd voor nationale eenheid, effectieve beleidsmaatregelen en competent leiderschap die de basis leggen voor echte ontwikkeling en vooruitgang voor alle Surinamers.
Yerry Khoesial
Ondervoorzitter DE NIEUWE LEEUW
Dit artikel betreft een ingezonden opiniestuk. Voor de publicatie van ingezonden artikelen hanteren wij specifieke voorwaarden. Voor vragen of meer informatie kunt u contact opnemen via info@gfcnieuws.com.
Let op: Publicatie van opiniestukken houdt niet in dat GFC Nieuws het eens is met de inhoud