De zaak Pikin Saron heeft opnieuw de spanningen blootgelegd tussen de Surinaamse rechtspraak en de rechten van de Inheemse volken.
De veroordeling van zes mannen tot gevangenisstraffen van acht jaar heeft tot controverse geleid, met beschuldigingen van selectieve rechtspraak en het negeren van cruciale bewijsstukken, zoals het medisch dossier.
De advocaten stellen dat de rechter bewust selectief te werk is gegaan om een veroordeling te rechtvaardigen, een ernstige beschuldiging die de integriteit van het rechtssysteem in twijfel trekt.
Het feit dat het medisch dossier, een mogelijk cruciaal stuk bewijs, niet is meegenomen in de overweging, roept vragen op over de volledigheid en eerlijkheid van het proces.
Voor de Inheemse volken zijn de veroordeelden geen misdadigers, maar strijders die opkomen voor hun collectieve rechten en overleven in een systeem dat hen systematisch negeert en onderdrukt.
De dood van Ivanildo Dijksteel en Martinus Wolfjager benadrukt de ernst van de strijd en het falen van de staat om de rechten van deze gemeenschappen te beschermen.
Het hoger beroep biedt een kans om de balans te herstellen, maar het roept ook een fundamentele vraag op: hoe verhoudt de rechtspraak zich tot de historische en sociale context van Inheemse volken?
De Staat kan niet blijven wegkijken van haar verplichtingen en het falen om de rechten van deze gemeenschappen te waarborgen.
Het hoger beroep zou meer moeten zijn dan een juridische procedure; het zou een stap moeten zijn naar rechtvaardigheid en erkenning van de rechten van de Inheemse volken.
C. Halfhuid
Dit artikel betreft een ingezonden opiniestuk. Voor de publicatie van ingezonden artikelen hanteren wij specifieke voorwaarden. Voor vragen of meer informatie kunt u contact opnemen via info@gfcnieuws.com.
Let op: Publicatie van opiniestukken houdt niet in dat GFC Nieuws het eens is met de inhoud