De Verenigde Staten hebben opnieuw sancties opgelegd aan een Surinaams bedrijf vanwege betrokkenheid bij de handel in Iraanse olie.
Het gaat om een bedrijf gevestigd aan de Keizerstraat in Paramaribo, dat volgens het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken fungeert als geregistreerd eigenaar en commercieel manager van het schip “Vigor”.
Dit schip, varend onder Panamese vlag, zou Iraanse petroleum hebben vervoerd, meldt de Jamaica Observer.
Eerder, in oktober, werden al sancties ingesteld tegen drie Surinaamse bedrijven wegens soortgelijke activiteiten.
Deze bedrijven, opgericht door een Nederlandse advocatenkantoor, zouden via een netwerk van stromannen miljarden euro’s aan olie hebben verscheept, waarmee de Amerikaanse sancties tegen Iran werden omzeild.
De Amerikaanse sancties beogen de financiële middelen van het Iraanse regime te beperken, die volgens de VS worden gebruikt voor het steunen van terrorisme en het onderdrukken van de eigen bevolking.
De maatregelen blokkeren alle bezittingen en belangen van de betrokken entiteiten in de VS en verbieden Amerikaanse burgers transacties met deze partijen, tenzij hiervoor een speciale vergunning is verleend.
Het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken benadrukt dat het doel van de sancties is om gedragsverandering te bewerkstelligen in lijn met internationale wetgeving, en niet om te straffen.
M.P. Wong maakt deel uit van het freelance redactieteam van GFC Nieuws.
Voor contact: info@gfcnieuws.com