In de afgelopen periode zijn er verhitte discussies ontstaan na de verklaring van de directeur van Staatsolie, waarin hij zijn tevredenheid uitte over het huidige Local Content-beleid en zijn afkeur uitsprak tegen specifieke Local Content-wetgeving.
Deze verklaring heeft geleid tot bezorgdheid en kritiek van diverse belanghebbenden, die vrezen voor de impact op de lokale economie en het risico van een zogenaamde “olievloek”.
In een gesprek met GFC Nieuws benadrukt DNL-voorzitter Dharm Mungra dat de ervaring in landen die te maken hebben gehad met een “olievloek” duidelijk heeft aangetoond dat het essentieel is om naast een algemene Petroleumwet ook specifieke lokale wetgeving te hebben.
Volgens hem moet deze wetgeving gericht zijn op de ontwikkeling van lokale capaciteit, werkgelegenheid en infrastructuur.
Mungra noemt verschillende redenen waarom een aparte Local Content-wet noodzakelijk is.
Zo biedt een dergelijke wet gedetailleerde richtlijnen en verplichtingen voor het gebruik van lokale goederen, diensten en arbeidskrachten door buitenlandse bedrijven in de petroleumsector.
Dit voorkomt interpretatieproblemen en zorgt voor meer duidelijkheid dan de algemene bepalingen in de Petroleumwet.
Daarnaast creëert een specifieke wet een kader voor toezicht en naleving, inclusief sancties, om te voorkomen dat regels worden omzeild.
Verder kan zo’n wet de lokale economische groei bevorderen door expliciete kaders te bieden voor het ondersteunen van lokale industrieën, opleidingsprogramma’s en technologische overdracht.
Ook biedt het de flexibiliteit om beter in te spelen op sectorale en regionale behoeften en kan het worden afgestemd op andere relevante wetgeving, zoals arbeids- en belastingwetgeving. Dit zorgt voor een coherent juridisch kader.
Tot slot draagt een aparte wet bij aan meer transparantie en betere rapportage, zodat zowel de overheid als het publiek inzicht krijgt in de naleving van Local Content-bepalingen.
De conclusie van topwetenschappers en experts in de industrie is dat, hoewel de Petroleumwet enkele bepalingen over Local Content kan bevatten, een aparte wetgeving meer dan noodzakelijk is om een specifiek, handhaafbaar en flexibel kader te bieden, zegt Mungra.
Hij stelt dat dit essentieel is om de lokale economie duurzaam te ontwikkelen en de impact van de petroleumsector te maximaliseren.
“Door het ontbreken van bindende bepalingen is TOTAL thans van plan haar hoofdkwartier voor de komende operaties niet in Suriname, maar in ons buurland Frans-Guyana te vestigen. Hierdoor zullen we de afname van vele goederen en diensten mislopen,” aldus Mungra.
Volgens hem lijkt de tegenstand tegen Local Content-wetgeving onvermijdelijk terug te voeren naar duistere persoonlijke belangen, wat in de Surinaamse corrupte samenleving helaas geen verrassing is.
Zijn vraag is: “Moet de afwijzing van een Local Content-wetgeving door de Staatsolie-directeur en anderen tegen dit licht worden gezien, en wisten ze dat dit zou gebeuren? Wie weet.”
S. King maakt deel uit van het freelance redactieteam van GFC Nieuws.
Voor contact: info@gfcnieuws.com