Kinderen van 11 jaar in Nederland spreken vaak beter Nederlands dan Surinaamse parlementariërs

nederlands klompen

Het is bijna tragisch te noemen dat kinderen van 11 en 12 jaar oud op de basisschool in Nederland beter en vloeiender Nederlands spreken dan de meeste parlementsleden in Suriname.

Hun woordenschat lijkt ruimer en ze komen veel vlotter uit hun woorden.

Dit valt vooral op wanneer je op tv ziet hoe jongeren in Nederland, soms in de klas, door journalisten of documentairemakers worden geïnterviewd.

Hun taalbeheersing is opvallend goed, zeker in vergelijking met de manier waarop veel DNA-leden in Suriname zich uitdrukken.

Een belangrijke factor die bijdraagt aan dit verschil is het leesgedrag. Onderzoek laat zien dat kinderen in Nederland steeds minder lezen, mede door de invloed van sociale media en andere digitale afleidingen.

Desondanks lijkt het erop dat deze kinderen nog steeds meer lezen dan de meeste parlementariërs in Suriname.

Lezen verbreedt de woordenschat, verfijnt de zinsopbouw en stimuleert het vermogen om gedachten helder te verwoorden.

In Suriname is lezen vaak geen prioriteit, mede door de beperkte toegang tot boeken en het gebrek aan een sterke leescultuur. Veel kinderen en ook volwassenen, lezen minder frequent en minder uitgebreid.

Het onderwijs speelt hierin ook een grote rol. In Nederland wordt er vanaf jonge leeftijd veel aandacht besteed aan taalontwikkeling.

Kinderen in Nederland worden aangemoedigd om te lezen en te schrijven, wat hun taalvaardigheid aanzienlijk versterkt.

In Suriname blijft het onderwijs hierin achter. Bovendien wordt het Nederlands in veel huishoudens niet actief gesproken, wat ervoor zorgt dat kinderen en volwassenen minder gelegenheid hebben om hun taalvaardigheden te oefenen en te ontwikkelen.

Het resultaat is een pijnlijk contrast in taalbeheersing tussen basisschoolkinderen in Nederland en parlementsleden in Suriname.