Niet wijs om kort voor de Surinaamse verkiezingen nieuwe leningen aan te gaan

boete geld euro dollar valuta koers rechter veiling

Suriname heeft zijn positie in internationale ontwikkelingssamenwerking versterkt door lid te worden van de International Development Association (IDA), een onderdeel van de Wereldbank.

Dit lidmaatschap heeft geleid tot de toekenning van een lening van US$ 22 miljoen, die tegen gunstige voorwaarden zal worden aangewend voor de verbetering van woon- en werkgebieden rondom het Saramaccakanaal.

Terwijl dit project aansluit bij eerdere initiatieven van de Wereldbank, zoals de opschoning van het kanaal en infrastructuurverbeteringen aan de Van ’t Hogerhuysstraat, rijst de vraag of het wijs is om kort voor de verkiezingen van 25 mei 2025 nieuwe leningen aan te gaan.

De timing van deze lening kan problematisch zijn, aangezien politieke besluitvorming vaak beïnvloed wordt door kortetermijnbelangen in aanloop naar verkiezingen. Dit kan leiden tot populistisch beleid, waarbij de focus ligt op directe voordelen voor de kiezer, zonder rekening te houden met de lange termijn gevolgen van extra schuldenlast.

Minister Stanley Raghoebarsing van Financiën en Planning ondertekende het lidmaatschapsdocument in Washington DC, maar met de verkiezingen in het vooruitzicht is het cruciaal dat de regering zorgvuldig overweegt hoe deze nieuwe lening zal worden gebruikt en welke impact dit zal hebben op de toekomstige financiële situatie van het land.

Zullen deze middelen daadwerkelijk bijdragen aan duurzame ontwikkeling, of is het slechts een tijdelijke pleister op een groter financieel probleem?

Deze ontwikkeling roept vragen op, vooral in het licht van de aanhoudende discussies over de leningen die zijn genomen door de regering-Bouterse, welke de economie van Suriname hebben ontwricht.

Het land is nog steeds gebonden aan de schulden die voortvloeien uit die beslissingen, en de huidige regering blijft hierover praten zonder de volledige implicaties van nieuwe leningen te overwegen.

De vraag blijft of Suriname de verantwoordelijkheid kan nemen voor deze nieuwe verplichtingen zonder de komende generaties te belasten.

De regering moet transparant zijn over de inzet van deze fondsen en zorgen dat ze worden aangewend voor projecten die niet alleen op korte termijn, maar ook op lange termijn voordelen opleveren voor het land en zijn inwoners.

J. Mangru