Herstelt de NDP of valt Suriname in oude valkuilen?

ndp 1

OPINIE – De terugkeer van André Misiekaba naar de Nationale Democratische Partij (NDP) heeft binnen de partij voor enthousiasme gezorgd.

Voor velen lijkt het een teken van nieuwe hoop en een mogelijke heropleving van de politieke kracht die de partij ooit had.

Maar de grote vraag die hierbij gesteld moet worden, is of het Surinaamse volk werkelijk zit te wachten op een nieuwe regering geleid door de NDP.

De partij, die onder leiding van Desi Bouterse van 2010-2020 aan de macht was, heeft immers een erfenis nagelaten die bij veel Surinamers nog altijd als een zware last op de schouders rust.

Oude wonden en nieuwe beloften

Hoewel Misiekaba zijn terugkeer omlijst met krachtige woorden en beloftes van een nieuw begin, mogen we niet vergeten wat het land heeft doorgemaakt onder het bewind van de NDP.

De economische crisis en corruptieschandalen hebben diepe littekens achtergelaten. Voor velen roept de NDP herinneringen op aan een tijdperk waarin de nationale rijkdommen werden verkwanseld en de staatsschuld ongecontroleerd de lucht in schoot.

Kan Misiekaba dit tij keren?

De geschiedenis laat zien dat een terugkeer naar de NDP vaak gepaard gaat met oude patronen: kortetermijnoplossingen, ondoorzichtige financiële transacties en een gebrek aan duurzame beleidsvorming.

Zelfs als hij het oprechte verlangen heeft om de zaken anders aan te pakken, blijft de vraag of de partijstructuur en haar leiderschap hem daarvoor de ruimte zullen geven.

Het is begrijpelijk dat kiezers naar de NDP terugkeren uit frustratie over de huidige regering. President Chan Santokhi’s VHP heeft niet alle beloften waar kunnen maken, en het land bevindt zich nog steeds in een lastige positie.

Toch moeten we ons afvragen of de oplossing ligt in een terugkeer naar het verleden, naar een partij die keer op keer heeft laten zien niet in staat te zijn om duurzaam beleid te voeren.

In plaats van terug te vallen op oude politieke figuren, zou het volk moeten kijken naar nieuwe alternatieven, partijen die in staat zijn om Suriname echt vooruit te helpen.

Het is tijd voor leiders die niet slechts spreken over verandering, maar die daadwerkelijk in staat zijn om de economie te herstellen, corruptie te bestrijden en de levenskwaliteit van alle burgers te verbeteren.

De toekomst van Suriname hangt af van leiderschap dat verantwoordelijkheid neemt, niet alleen in woorden maar ook in daden.

De terugkeer van Misiekaba naar de NDP roept daarom meer vragen op dan antwoorden. Kan de partij werkelijk het vertrouwen van het volk terugwinnen? En misschien nog belangrijker, heeft de partij een nieuw plan dat anders is dan de rampzalige koers die zij in het verleden heeft gevolgd?

D. Karamat-Ali