Verkeerd is verkeerd, toch?

vuist

Door Francis Renfurm

Vaker horen en lezen we dat de vorige regeringen niet zo verkeerd waren dan de huidige. Huh? Dus als de ene dief een keer steelt, is dat niet zo erg als je het vergelijkt met de andere die maar blijft stelen? Heb je gestolen, dan moet je voor de gevolgen instaan. Punt uit! En dat is trouwens met elk vergrijp het geval. Door inconsequentie ontstaat er onregelmatigheid die het nare gevoel van verwarring en onrechtmatigheid oproepen bij rechtgeaarde mensen wereldwijd.

In een goed geciviliseerde maatschappij hanteert een verantwoordelijke overheid de in de grondwet opgenomen wetten om onregelmatigheden zoveel als mogelijk te voorkomen. In Suriname is er sprake van klassenjustitie, want men is er als de kippen bij om de kleine rovers op te pakken en te berechten, maar bij de toppers van het land die de scheve schaats rijden, kijkt men stelselmatig de andere kant op. De volgende quote benadrukt dat: Nowadays, people don’t defend what is right; they defend whom they like and benefit from.

Hiertegen kunnen we toch één vuist maken? Het kan en mag toch niet zo zijn dat het merendeel van de Surinamers te lande en elders maar blijven toekijken en het over zich heen laten komen. Laten we met z’n allen echt opstaan zoals de eerste twee regels van het eerste couplet van ons mooie volkslied ooit zijn bedacht:

‘Opo kondre man un opo

Sranangron e kari un’

We zijn het met z’n allen verplicht om op welke wijze dan ook uiting te geven aan deze heel belangrijke regel als we ons tenminste in hart en nieren Surinamer voelen en oprecht en met heel ons hart houden van en respect hebben voor onszelf, onze kinderen, kleinkinderen en alles wat erna geboren wordt. Suriname hoort een mooie nalatenschap met alles erop en eraan te zijn van ons allen die nu leven aan hen die nog komen gaan. Dit prachtige land behoren we met z’n allen te koesteren, en dat doe je niet met een houding zoals in dat bekende liedje dat bij elke couplet eindigt met: ‘Ik stond erbij en ik keek ernaar.’

We zijn dus allemaal verantwoordelijk, maar de macht tot daadwerkelijke ommekeer ligt bij de inwoners van Suriname die volgend jaar hun stem mogen uitbrengen. Als ik mocht stemmen, zou het dit jaar aanvoelen als een verplichting, want elke niet uitgebrachte stem is voordelig voor de partijen die de afgelopen halve eeuw hebben bewezen niet in staat te zijn om duurzame ontwikkeling te brengen voor land en volk. En de tijd is aangebroken om landsbestuurders aan te stellen die wel in staat zijn om Suriname te laten groeien en bloeien.

Mijn oproep is: Blijf niet liggen, zitten, staan en ernaar kijken waar het op uitdraait, maar laat van je horen, merken waar je staat, wat jouw mening is. En voor alle volwassen Surinaamse ingezetenen, zie jouw stemrecht als een verplichting en oefen daarmee je macht uit om een totale positieve verandering teweeg te brengen in ‘un switi Sranan’.