Regeringsfouten hebben gezondheidscrisis in Suriname verergerd

Ziekenhuis MRI artsen

INGEZONDEN De regering-Bouterse haalde destijds tientallen Cubaanse artsen naar Suriname om de gezondheidssector te versterken.

Toen de huidige regering onder leiding van president Santokhi aantrad, werden deze artsen echter teruggestuurd.

Het argument was dat de schuld die Suriname had opgebouwd te groot was en een te zware druk legde op de financiële situatie van het land.

Wat echter grotendeels werd genegeerd, was het feit dat veel Surinaamse artsen weigerden in het binnenland te werken en dat het land structureel te kampen had met tekorten aan gespecialiseerde zorgverleners.

Ondanks deze kritieke situatie werden de Cubaanse artsen teruggestuurd. Nu, met een gezondheidssector die op de rand van instorting staat, ziet de regering zich gedwongen haar eerdere beslissing te heroverwegen.

De recente exodus van zorgpersoneel uit Suriname, veroorzaakt door slechte voorzieningen en gebrekkige betaling, heeft de druk op de gezondheidszorg verder vergroot.

Deze situatie illustreert de voortdurende afwezigheid van consistent beleid in Suriname. In plaats van duurzame oplossingen te zoeken, lijkt de regering telkens te reageren op crises, waarbij eerdere beslissingen moeten worden teruggedraaid zonder rekening te houden met de lange termijn gevolgen voor het land en zijn burgers.

Het is niet de eerste keer dat Suriname de hulp van Cuba inroept om kritieke tekorten op te vullen. Cuba heeft zich door de jaren heen als een betrouwbare partner getoond, vooral op medisch gebied.

Toch moeten we ons afvragen: hoe duurzaam is deze afhankelijkheid? Het blijft zorgwekkend dat ons land keer op keer moet terugvallen op buitenlandse expertise om basale gezondheidszorg te kunnen garanderen.

Het wijst op een fundamenteel falen van beleid en planning binnen onze eigen grenzen.

Het is hoog tijd dat we investeren in onze eigen medische infrastructuur en opleidingen, zodat we niet telkens afhankelijk zijn van buitenlandse donaties of “noodhulp” om onze ziekenhuizen draaiende te houden.

D. Karamat-Ali