Cubaanse verpleegkundigen komen Suriname helpen, maar is dat wel zo slim?

thuiszorg oud senior man bejaard verpleegkundige

In reactie op het ernstige tekort aan gespecialiseerde verpleegkundigen in Suriname, heeft minister Albert Ramdin vorige week overleg gevoerd met de Cubaanse ambassadeur in Suriname.

Hieruit is voortgekomen dat op korte termijn tien gespecialiseerde verpleegkundigen uit Cuba naar Suriname worden gehaald.

Hoewel deze maatregel een welkome aanvulling lijkt op het personeelstekort, roept het ook bezorgdheid op over de uitvoering en mogelijke risico’s.

Een van de meest prangende zorgen is de significante taalbarrière. De Cubaanse verpleegkundigen spreken voornamelijk Spaans, terwijl de meeste patiënten in Suriname Nederlands of Sranantongo spreken.

In de gezondheidszorg is effectieve communicatie van belang, en een taalbarrière kan ernstige misverstanden veroorzaken, wat de kwaliteit van de zorg negatief kan beïnvloeden.

Daarnaast is er bezorgdheid over het feit dat Cubaanse verpleegkundigen mogelijk zonder de vereiste verificatie direct aan de slag mogen in Suriname.

In landen zoals Spanje, waar er een tekort van maar liefst 100.000 verpleegkundigen heerst, moeten Cubaanse zorgverleners eerst een streng homologatieproces doorlopen voordat zij mogen werken.

Dit proces, dat zes maanden tot een jaar kan duren, zorgt ervoor dat hun kwalificaties en ervaring worden geëvalueerd en afgestemd op de nationale standaarden. Dit is ondanks de gedeelde taal tussen de twee landen.

Het ontbreken van een vergelijkbaar proces in Suriname zou kunnen betekenen dat de Cubaanse verpleegkundigen zonder voldoende toetsing van hun competenties in een risicovolle positie worden geplaatst, wat gevolgen kan hebben voor de patiëntveiligheid en zorgkwaliteit.

De beslissing om de Cubaanse verpleegkundigen zonder uitgebreide verificatie direct in te zetten, kan dus riskant zijn.

Het blijft afwachten of deze maatregel het verwachte positieve effect zal hebben, of dat het eerder nieuwe complicaties zal introduceren in de toch al kwetsbare Surinaamse gezondheidszorg.