VHP-fractieleider Asis Gajadien heeft aan Starnieuws zijn bezorgdheid geuit over het besluit van minister Riad Nurmohamed van Openbare Werken om de Staat Suriname te betrekken in een kortgeding tegen Starnieuws en hoofdredacteur Nita Ramcharan, die tevens columnist is.
Het geschil draait om een column die de minister als beledigend heeft ervaren, wat hem ertoe bracht juridische stappen te ondernemen. Echter, Gajadien betwist de beslissing om de Staat in deze zaak te betrekken, en terecht.
Gajadien stelt dat minister Nurmohamed het volste recht heeft om juridische stappen te ondernemen als hij zich persoonlijk beledigd voelt, maar benadrukt dat dit op persoonlijke titel moet gebeuren en niet namens de Staat Suriname.
De kern van zijn betoog, en een punt dat breed weerklank zou moeten vinden, is dat de persvrijheid en het recht op vrije meningsuiting niet door de Staat beperkt mogen worden, vooral niet in een democratie waar deze rechten fundamenteel zijn.
Het is verontrustend om te zien dat een minister, die als openbaar figuur gewend zou moeten zijn aan publieke kritiek, ervoor kiest om de Staat te betrekken in een zaak die in essentie een persoonlijk geschil lijkt te zijn.
Zoals Gajadien terecht opmerkt, “hoge bomen vangen veel wind,” en het hoort bij het takenpakket van elke minister om kritiek, zelfs harde kritiek, te kunnen verdragen.
Het feit dat de IDB twijfels heeft geuit over de vertrouwelijkheid van bepaalde informatie die door het ministerie is uitgelekt, maakt het des te belangrijker dat de minister transparantie en verantwoordelijkheid boven persoonlijke gevoelens stelt.
Het besluit van Nurmohamed om de Staat te betrekken, legt bovendien een ongewenste last op de schouders van de belastingbetaler.
Door de Staat in het geding te betrekken, worden niet alleen de juridische kosten door de gemeenschap gedragen, maar wordt ook de indruk gewekt dat de regering mogelijk achter deze poging staat om de persvrijheid te onderdrukken.
Dit zou een gevaarlijk precedent kunnen scheppen, waarbij kritiek op de overheid—hoe terecht ook—met juridische vervolging door de Staat zou kunnen worden beantwoord.
De oproep van Gajadien aan president Chandrikapersad Santhoki om in te grijpen is dan ook meer dan gerechtvaardigd. Het is cruciaal dat de president duidelijk maakt dat de Staat Suriname niet gebruikt mag worden als wapen tegen de pers.
In plaats daarvan zou de regering de persvrijheid en het recht op vrije meningsuiting moeten beschermen, zelfs als dit betekent dat publieke figuren zoals minister Nurmohamed soms harde kritiek moeten verduren.
De zaak Nurmohamed is een test voor de Surinaamse democratie. Zal de regering de juiste keuze maken en de persvrijheid handhaven?
Of zal ze, door stilzwijgend akkoord te gaan met de acties van een minister, een gevaarlijk pad inslaan dat de fundamenten van de democratie ondermijnt?
Het is een vraag die snel beantwoord moet worden, en de wereld kijkt mee.
M.S.
M.P. Wong maakt deel uit van het freelance redactieteam van GFC Nieuws.
Voor contact: info@gfcnieuws.com