Parlement moet reces staken en duidelijkheid eisen over EBS-lening bij Oppenheimer

oppenheimer logo 62760

Critici roepen het parlement op om in actie te komen en duidelijkheid te eisen over de recente ontwikkelingen rondom de Energiebedrijven Suriname (EBS).

De controverse is ontstaan nadat bekend werd dat de EBS in gesprek is met Oppenheimer voor een lening, zonder dat de regering dit openbaar heeft gemaakt.

De Vooruitstrevende Hervormingspartij (VHP) verklaarde in de media dat niet de regering, maar de bedrijven zelf verantwoordelijk zijn voor de lening. Echter, volgens de critici is deze uitleg misleidend.

“De EBS is niet zomaar een particulier bedrijf; het is de overheid, en de overheid is EBS,” stellen zij.

Zij benadrukken dat een besluit van deze omvang niet zelfstandig door de EBS kan worden genomen zonder goedkeuring van de Raad van Commissarissen (RvC) en de aandeelhouder, in dit geval de overheid.

Critici verwijzen naar een document dat sinds april 2024 circuleert, waarin een mogelijke overeenkomst met het Oppenheimer wordt genoemd.

Uit het document kan worden gehaald dat de gesprekken met Oppenheimer al maanden aan de gang zijn, zonder dat het parlement hiervan op de hoogte is gesteld.

“Hoe is het mogelijk dat de regering dit verzwijgt voor het parlement? Het parlement moet nu zijn reces staken en de president ter verantwoording roepen,” stellen zij.

Daarnaast is er kritiek op de rol van de Algemene Bevrijdings- en Ontwikkelingspartij (ABOP). Critici wijzen erop dat zowel de CEO van de EBS als de minister van Natuurlijke Hulpbronnen van ABOP zijn, en beschuldigen vicepresident Ronnie Brunswijk van het bagatelliseren van de situatie.

In november 2019 had de VHP, toen in de oppositie, nog een brandbrief gestuurd naar Oppenheimer om geen lening te verstrekken aan de toenmalige regering. Nu, bijna vijf jaar later, lijkt dezelfde partij betrokken te zijn bij vergelijkbare onderhandelingen.

Het parlement wordt opgeroepen om snel terug te keren van reces en duidelijkheid te eisen van de president over de vermeende lening en de rol van de regering hierin.