Inzet van Cubaanse docenten voor Spaans in Suriname roept vragen op

spaans les in suriname docent cubanen

In Suriname is er een toenemend tekort aan Spaans-leerkrachten, vooral in de onderbouw van het voortgezet onderwijs, met name in leerjaar negen en tien.

Dit tekort heeft geleid tot tijdelijke oplossingen zoals lesgeven op zaterdag. Nu heeft het ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur echter een andere aanpak gekozen: de inzet van vijftien Cubaanse leerkrachten.

Helima Poese, directeur Algemeen Vormend Onderwijs, kondigde tijdens een persconferentie afgelopen dinsdag aan dat deze Cubaanse leerkrachten vanaf het komende schooljaar zullen beginnen met lesgeven.

Ze worden vanaf 26 augustus klaargestoomd door middel van trainingen in didactiek en de Surinaamse onderwijscontext.

Omdat de Cubaanse leerkrachten geen Nederlands spreken, zullen ze worden ondersteund door een Nederlandse leerkracht.

Aanvankelijk zullen er dus twee leerkrachten in de klas aanwezig zijn om de communicatie te vergemakkelijken.

Poese verklaarde dat het tekort aan Spaans-leerkrachten deels te wijten is aan de beperkte interesse in Spaansstudies aan het Instituut voor de Opleiding van Leraren.

Dit heeft geleid tot een dringende behoefte aan alternatieve oplossingen, zoals de inzet van buitenlandse leerkrachten. Ze benadrukte dat verder onderzoek nodig is om de oorzaak van deze lage belangstelling te begrijpen.

Deze nieuwe maatregel roept echter ook zorgen op bij de Surinaamse bevolking.

Er zijn twijfels over de effectiviteit van deze aanpak, vooral gezien eerdere ervaringen met Cubaanse huisartsen in Suriname.

De communicatie met deze huisartsen is vaak problematisch, aangezien zij gebrekkig Sranan of Engels spreken. Hierdoor bestaat de vrees dat leerlingen de lessen niet goed zullen kunnen volgen.

Een andere zorg is dat het specifieke Cubaanse dialect niet volledig aansluit bij de Spaanse taalvarianten die gangbaar zijn in andere delen van de wereld, zoals Spanje of Latijns-Amerikaanse landen waar Surinaamse studenten mogelijk later mee in contact komen.

Daarnaast rijst de vraag of de Cubaanse leerkrachten mogelijk beter betaald zullen worden dan hun Surinaamse collega’s.

Dit zou kunnen leiden tot onvrede onder lokale leerkrachten die zich afvragen waarom eigen mensen niet worden ingezet om de lessen te geven.

Afbeelding ter illustratie.