Robert Peneux uit scherpe kritiek op onderwijsbeleid

robert peneux

Tijdens een recente uitzending van ‘Standpunt FM’ heeft voormalig minister en directeur van Onderwijs, Robert Peneux, scherpe kritiek geuit op het huidige onderwijsbeleid in Suriname.

Hij uitte zijn bezorgdheid over de veranderingen binnen het onderwijssysteem, de gevolgen van de COVID-19-pandemie en de vermeende nalatigheid van zowel de voormalige als de huidige minister van Onderwijs.

Peneux schetste een beeld van het traditionele onderwijssysteem, waarin kinderen twee kleuterjaren en zes klassen lagere school doorliepen. Na afronding van deze jaren ontvingen ze een GLO-getuigschrift, mits ze slaagden voor de GLO-toetsen.

De leerlingen moesten twee toetsen maken en daarop volgde het examen vanuit het examenbureau. Een eindcijfer werd bepaald en volgens een normering kreeg het kind een advies voor de Mulo of LBO.

Het briefje dat werd geprint door het examenbureau, werd ondertekend door het hoofd van het examenbureau, als toezichthouder op de examens.

Hij legde uit dat een schoolhoofd dus niet zomaar kon rommelen met de resultaten. Het getuigschrift kon niet worden afgegeven zonder dat briefje van het examenbureau.

Er was een controlemechanisme. Dat briefje was volgens hem tevens nodig voor een inschrijving op een Mulo- of LBO-school.

Volgens Peneux was er later de mogelijkheid voor kinderen in de eerste klas van het LBO om opnieuw de GLO-toets te maken en bij slagen naar de Mulo te gaan.

Dit systeem was zorgvuldig bedacht met overgangsnormen. Later werden diagnostische toetsen ingevoerd in de vierde klas om te meten of kinderen de leerstof tot dan toe begrepen. Dit hielp hen beter voor te bereiden op de zesde klas en het eindexamen.

COVID-19-pandemie

Tijdens de COVID-19-pandemie besloot minister Marie Levens om de cijfers van de twee kwartalen op te tellen en de overgang te bepalen op basis van deze cijfers.

Hoewel Peneux dit als een wijs besluit beschouwde, bekritiseerde hij de daaropvolgende invoering van voortgangsrapporten en automatische doorstroming, wat leidde tot een chaotische situatie waarbij leerlingen konden doorstromen zonder voldoende kennis. Hij beklaagde zich over het gebrek aan toezicht en kwaliteitsbewaking door Levens.

Huidige situatie

Minister Ori trad daarna aan en er leek wat licht aan het einde van de tunnel. In zijn eerste interview gaf hij aan dat het doorstromen stopgezet zou worden. Maar desondanks bleven alle instructies naar het veld uit en vond er geen herstel van het curriculum plaats, zei Peneux.

De minister heeft onlangs besloten dat de kinderen in leerjaar 8 geen getuigschrift meer zullen krijgen, maar een verklaring. “Wat voor zin heeft het als het mooi is met franjes, maar niet gebonden is aan een bepaalde wet?”, vroeg Peneux zich af.

In een brief vanuit inspectie basisonderwijs wordt aangegeven hoe schoolleiders de verklaring moeten opstellen. Dat wil dus zeggen dat elke schoolleider een eigen verklaring opstelt. De authenticiteit van de verklaring wordt volgens Peneux hierdoor in twijfel getrokken. Het is volgens hem duidelijk “dat de minister bezig is met frommelarij van de hoogste orde”.

Een verklaring zou naar zijn zeggen alleen kunnen worden afgegeven wanneer een cijferlijst of getuigschrift bijvoorbeeld verloren is of als iemand’s huis is afgebrand met al de documenten. “Waarom ga je dus een verklaring geven terwijl het een andere inhoud en betekenis heeft binnen ons onderwijs?”

“Als je zegt dat leerjaar 8 en 9 aansluiten, waar is dan die overgangsnorm gebleven? En wat is de status van leerjaar 11 en 12? Wat voor niveau vertegenwoordigen die jaren? Nu worden deze twee ‘Mulo-jaren’ als basisonderwijs beschouwd. Hoe kun je in twee jaar het benodigde niveau bereiken om door te gaan naar een VOS-school?”, is zijn vraag.