Fibos-Scholen en andere Bijzondere Scholen weigeren uitvoering instructies ministerie van Onderwijs

school klas docent lerares leerkracht

De Federatie Instellingen Bijzonder Onderwijs (Fibos) en andere scholen die vallen onder het bijzonder onderwijs weigeren uitvoering te geven aan de instructie van het ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur (MinOWC) om geen getuigschrift uit te reiken aan leerlingen van het 8ste leerjaar, meer bekend als de 6e klas van het Lager Onderwijs.

Fibos bestaat uit 10 schoolbesturen die verantwoordelijk zijn voor 180 scholen in heel Suriname en biedt al meer dan 30 jaar kwalitatief goed onderwijs aan.

Minister Henry Ori van het MinOWC zei dinsdag tijdens een persconferentie dat hij het niet zal accepteren dat scholen, ondanks de instructies, toch getuigschriften verstrekken aan leerlingen na het afronden van het 8e schooljaar.

Hij waarschuwde dat er consequenties zullen volgen voor schoolleiders die tegen het beleid en gezag van het ministerie ingaan.

Volgens Ori is er niets illegaals aan het niet uitreiken van getuigschriften na het 8ste leerjaar. Hij legt uit dat de basisschool nu 10 jaar omvat: twee kleuterjaren, zes klassen van de voormalige lagere school en twee klassen van de MULO.

Na succesvolle afronding van de basisschool, gebaseerd op een toets aan het einde van het 10e leerjaar, krijgen leerlingen een getuigschrift.

Dit maakt deel uit van de onderwijsvernieuwing waarbij leerlingen pas op 14-jarige leeftijd een keuze hoeven te maken voor een type vervolgonderwijs.

In het achtste leerjaar wordt een peilingstoets afgenomen om de voortgang van de leerlingen te meten. Ori stelt dat het MinOWC op basis van bestaande wetgeving kan bepalen dat getuigschriften pas na het 10e leerjaar worden verstrekt. Echter, deze zogenoemde vernieuwingen hebben geen wettelijke basis.

Hoewel er drie wetten zijn voorbereid voor het basisonderwijs (de wet op het basisonderwijs, de leerplicht en het toezicht op de kwaliteit van het onderwijs), moeten deze nog door De Nationale Assemblee worden behandeld. In de tussentijd zijn alle scholen, inclusief particuliere, verplicht de instructies van het ministerie te volgen.

Oud-minister van Onderwijs, Robert Peneux, uit scherpe kritiek op Ori. “Er klopt iets niet met de minister. Ori’s hoofd is total loss. Zelfs als hij naar een neurochirurg gaat, zal die zeggen dat hij geen apparatuur heeft om Ori te behandelen,” aldus de onderwijsdeskundige.

Hij beschuldigt Ori en zijn voorganger, ex-Onderwijsminister Marie Levens, van het vernietigen van het onderwijs en het misbruiken van fondsen tijdens het Basis Education Improvement Programme (BEIP) 1 en 2.

Volgens Peneux is het BEIP-project nooit bedoeld om de twee jaren van het MULO-onderwijs toe te voegen aan het basisonderwijs. Het plan was om te werken aan een 11-jarige basisschool, maar dit is nooit vastgesteld of opgenomen in het project.

Peneux roept op tot correcte verantwoording bij de IDB en benadrukt dat het huidige beleid de toekomst van onze kinderen in gevaar brengt.

De situatie roept dringend om een breed maatschappelijk debat en juridische stappen om de onderwijstoekomst van onze kinderen veilig te stellen. Schoolleiders, leerkrachten, ouders en andere belanghebbenden moeten zich verenigen en minister Ori ter verantwoording roepen voor zijn beslissingen zonder wettelijke basis.