OPINIE- In Suriname heerst een paradoxale situatie waarin ministers snel boos worden wanneer er kritiek vanuit de media wordt geleverd.
Ironisch genoeg zijn het dezelfde ministers die zelden bereid zijn om de pers te woord te staan. Vragen aan hen mogen uitsluitend tijdens persconferenties of via de voorlichtingsdienst worden gesteld.
Van mijn nicht die mediawerker is, heb ik vernomen dat een reactie vaak uitblijft, waardoor een gezonde dialoog tussen overheid en media ontbreekt.
De frustratie van de pers is begrijpelijk. Journalisten streven ernaar om het publiek te informeren, maar worden geconfronteerd met een muur van stilte wanneer zij de autoriteiten om opheldering vragen.
Dit gebrek aan openheid leidt tot een situatie waarin media hun artikelen moeten baseren op de informatie die zij kunnen verkrijgen, vaak zonder officiële bevestiging of weerwoord van de betrokken ministers.
Wanneer de media vervolgens iets negatiefs publiceren, is de verontwaardiging vanuit de overheid groot. Ministers die voorheen onbereikbaar waren, treden plotseling naar voren om de informatie te corrigeren en hun kant van het verhaal te vertellen.
Deze reactie komt echter vaak te laat en wekt de indruk dat de overheid alleen handelt wanneer zij onder druk staat.
Deze vicieuze cirkel zou doorbroken kunnen worden met een betere samenwerking tussen de overheid en de media.
Een open communicatielijn en een bereidheid om regelmatig te reageren op persvragen zouden ervoor zorgen dat informatie accurater en evenwichtiger wordt weergegeven.
Het publiek zou daardoor een meer betrouwbaar beeld krijgen van de gebeurtenissen en beslissingen binnen de regering.
S. Cruden
Dit artikel betreft een ingezonden opiniestuk. Voor de publicatie van ingezonden artikelen hanteren wij specifieke voorwaarden. Voor vragen of meer informatie kunt u contact opnemen via info@gfcnieuws.com.
Let op: Publicatie van opiniestukken houdt niet in dat GFC Nieuws het eens is met de inhoud