Dichten begrotingsgat en afbouw energiesubsidie voorwaarden voor overmaking 7e tranche IMF

imf

Tijdens een persbriefing hebben de Surinaamse overheid en de IMF-delegatie belangrijke details gedeeld over de voortgang van het Extended Fund Facility Arrangement (EFF) voor Suriname.

De briefing, geleid door Stanley Raghoebarsing, minister van Financiën en Planning, Maurice Roemer, govenor van de Centrale Bank van Suriname en Anastacia Guscina, Teamleider van de IMF-delegatie, benadrukte de essentiële rol van begrotingsnaleving en staatsschuldfinanciering voor het verkrijgen van de volgende IMF-tranche.

Een belangrijk aandachtspunt is de subsidieproblematiek van de Energiebedrijven Suriname (EBS). Sinds januari zijn er al USD 60 miljoen aan subsidies verstrekt, terwijl de totale subsidies voor EBS op USD 70 miljoen liggen.

“In de periode van januari tot juli van dit jaar hebben wij voor een totaalbedrag van USD 60 miljoen aan voorschotten en dividenden van Staatsolie ontvangen. Dit bedrag is rechtstreeks aangewend voor subsidies aan de EBS.

“De totale subsidies aan de EBS bedroegen USD 70 miljoen, waarbij nog een aanvullend bedrag van USD 10 miljoen noodzakelijk was om de elektriciteitsvoorziening te waarborgen. Deze situatie is niet houdbaar en kan niet voortgezet worden”, aldus Raghoebarsing.

Hij gaf aan dat de extra gelden van tariefsverhogingen zullen terugvloeien naar de staatsbegroting. “Deze maatregelen zijn noodzakelijk. Als daar niet aan voldaan wordt komt de volgende tranche van het IMF niet binnen en dreigt het programma te stoppen,” voegde hij eraan toe.

Een tweede problematiek is de staatsbegroting die enorm is ontspoord. Er is een gat ontstaan van SRD 1,8 miljard dat gedicht moet worden. Verder moet de regering met een plan komen voor de schuldaflossing van de Staat aan de Centrale Bank van Suriname (CBvS). Het gaat om ruim SRD 8 miljard dat overgenomen is bij het aantreden van deze regering. Het programma kan worden stopgezet als niet voldaan wordt aan de voorwaarden.

Anastacia Guscina van het IMF waardeerde de voortgang in de gesprekken en noemde de stabilisatie van de macro-economische situatie een positief teken.

“De inflatie daalt gestaag en de wisselkoers is stabiel. De betrokkenheid van internationale donoren en instellingen zoals de Wereldbank en de IDB onderstreept het groeiende respect voor Suriname,” zei Guscina.

Ze benadrukte echter ook dat de doelstellingen met betrekking tot het primaire begrotingssaldo niet zijn gehaald en dat er teveel wordt uitgegeven aan elektriciteitssubsidies, inclusief onterecht toegekende subsidies aan gezonde huishoudens.

Guscina waarschuwde ook voor de risico’s die voortkomen uit de controversiële onderhandelingen met vakbonden en de aanwezigheid van zogenaamde ‘spookambtenaren’.

“Het is cruciaal dat we geen loonsverhogingen doorvoeren die de inflatie aanwakkeren, vooral niet voor werknemers die niet daadwerkelijk bijdragen aan de arbeidsmarkt,” verklaarde ze.

De IMF-delegatie blijft optimistisch over de hervormingsinspanningen van Suriname en het vooruitzicht op economische stabiliteit.

“Er is een aanzienlijke verantwoordelijkheid genomen om deze hervormingen te implementeren, wat bemoedigend is voor het IMF-programma en voor de toekomst van Suriname,” sloot Guscina af.