Nederland beschuldigt drie Surinaamse banken van witwaspraktijken met bijna 20 miljoen euro

suriname hakrinbank

Maandag heeft het Nederlandse Openbaar Ministerie formele aanklachten ingediend tegen drie Surinaamse banken: Hakrinbank, Finabank en de Surinaamsche Bank (DSB).

Deze banken worden beschuldigd van een poging tot witwassen van 19,5 miljoen euro in 2018. Dit geld werd onderschept door de Nederlandse autoriteiten op luchthaven Schiphol tijdens een transport van Nederland naar Hong Kong.

De betrokken banken hebben altijd volgehouden dat het geld legitiem was en namens hun cliënten werd vervoerd.

Echter, de Nederlandse justitie vermoedt dat de fondsen crimineel zijn verkregen en bedoeld waren om via Hong Kong naar China te worden gesmokkeld, om daarna digitaal terug te keren naar Suriname.

De financiële sector van Suriname staat daarnaast voor grote uitdagingen nu het land probeert te voldoen aan de strikte eisen die zijn opgesteld door de Caribbean Financial Action Taskforce.

Deze situatie heeft ertoe geleid dat de banken zijn opgeroepen om een verklaring af te leggen, vooral omdat de coupures van 500 euro als verdacht werden beschouwd door Europese rechtshandhavingsinstanties.

Sinds de kwestie in 2018 door het Nederlandse Openbaar Ministerie aan het licht kwam, is er een omvangrijk dossier opgebouwd. Grote sommen geld, soms oplopend tot een miljoen euro, werden door verschillende individuen bij deze banken gestort, vaak in kleinere coupures.

Deze geldstromen werden mogelijk gemaakt door de Centrale Bank van Suriname, die hiervoor bevoegd is. De oorsprong van het geld blijft echter een belangrijk onderzoekspunt.

Hoewel de banken aanvankelijk door een rechtbank in Haarlem werden vrijgesproken op grond van immuniteitsrechten van centrale banken, werd dit vonnis later door de Hoge Raad verworpen.

Het geld, dat tijdelijk was teruggegeven aan de banken nadat de Surinaamse regering weigerde mee te werken aan de vervolging, blijft een belangrijk punt van juridische discussie.

Het Nederlandse Openbaar Ministerie heeft, ondanks aanvankelijke tegenstand, bevestiging gekregen van haar vermoedens door het hoogste gerechtshof, waardoor het mogelijk blijft om deze drie banken te vervolgen zonder samenwerking van de Surinaamse overheid.