Joel Martinus, beter bekend als ‘Bordo’, verzet zich tegen zijn uitlevering aan Frankrijk.
Volgens zijn advocaat Irvin Kanhai heeft Martinus een juridische procedure in Brazilië gestart om dit te voorkomen. “Hij wil niet naar Frankrijk gaan,” benadrukt Kanhai.
Kanhai heeft contact gehad met zijn Braziliaanse collega, die juridische bijstand verleent aan ‘Bordo’. De procedure in Brazilië zal eerst worden afgerond voordat verdere stappen worden genomen. Deze procedure draait om Martinus’ bezwaar tegen uitlevering aan Frankrijk.
Er bestaat een uitleveringsverdrag tussen Brazilië en Frankrijk, ondertekend in Parijs op 28 mei 1996 en goedgekeurd door het Braziliaanse Nationale Congres op 30 juni 2004. Dat meldt Times of Suriname.
Dit verdrag, dat op 1 september 2004 in werking trad, verplicht beide landen om personen die op hun grondgebied gezocht worden voor strafbare feiten of straffen, wederzijds uit te leveren.
Martinus heeft eerder zijn bezorgdheid geuit over een mogelijke uitlevering aan Suriname, waarbij hij aangaf dat hij vreest voor zijn leven. Volgens Martinus gelooft hij dat de president van Suriname plannen heeft om hem te elimineren.
Deze angst is volgens critici mogelijk voor hem een belangrijke reden om zich te verzetten tegen uitlevering aan Frankrijk, uit vrees dat dit zou kunnen leiden tot een uiteindelijke overdracht aan Suriname.
De zorgen van Martinus zijn volgens critici niet ongegrond; hij heeft herhaaldelijk verklaard dat zijn leven in gevaar zou zijn bij een terugkeer naar Suriname.
Hij stelt dat er politieke motieven achter zijn vervolging zitten en dat zijn veiligheid niet kan worden gegarandeerd.
M.P. Wong maakt deel uit van het freelance redactieteam van GFC Nieuws.
Voor contact: info@gfcnieuws.com