In Suriname betalen automobilisten en andere motorrijders aan de benzinepomp een aanzienlijk deel van de prijs in de vorm van belastingen.
Een hooggeplaatste insider uit de olie-industrie meldt aan GFC Nieuws dat uiteindelijk ongeveer 25% van de brandstofkosten bestaat uit de zogenaamde ‘government take’, inclusief BTW.
“Van elke SRD 40,- die betaalt wordt voor benzine, gaat ongeveer SRD 10,- naar de overheid”, legt hij uit.
Deze belastingdruk in Suriname is beduidend hoger dan die in de Verenigde Staten, een van de meest welvarende landen ter wereld met een significant hoger gemiddeld inkomen per inwoner. In de VS bedragen de belastingen ongeveer 15% van de totale brandstofprijs aan de pomp.
In Zuid-Amerika is de situatie divers: landen zoals Venezuela en Ecuador heffen traditioneel lagere brandstofbelastingen, deels vanwege de nationale subsidiëring van brandstof, wat resulteert in aanzienlijk lagere prijzen aan de pomp.
De belastingstructuur van Suriname staat in schril contrast met deze landen, waarbij Surinamers relatief meer betalen voor hun brandstof vergeleken met hun economisch vergelijkbare buren.
Dit werpt vragen op over de economische belasting van de bevolking en de impact van dergelijke fiscale beleidsmaatregelen op het algemene levensonderhoud.
Verscheidene critici laten aan GFC weten dat de relatief hoge brandstofbelastingen een zware last zijn voor het al financieel uitgedaagde Surinaamse volk en roepen op tot een herziening van deze belastingen om de economische druk te verlichten.
“Het is ronduit absurd dat van elke 40 Surinaamse dollar (SRD) die automobilisten betalen aan de benzinepomp, SRD 10,- gaat naar de overheid. Dit percentage is veel te hoog”, wordt aangehaald.
Patty maakt deel uit van het freelance redactieteam van GFC Nieuws.
Voor contact: info@gfcnieuws.com