Staat Suriname nationaal aangeklaagd voor niet uitvoeren Saamaka vonnis

vsg

De Vereniging Saamaka Gemeenschappen (VSG) heeft tijdens een debat het nieuws dat zij via de kantonrechter in Suriname twee bodemprocedures heeft aangespannen tegen de Staat Suriname, aan haar goed opgekomen publiek meegedeeld.

Een van de zaken betreft een aanklacht van de VSG tegen de Staat Suriname om de kantonrechter te vragen vast te stellen dat de Staat Suriname in gebreke is gebleven het Saamaka Vonnis uit te voeren en de tweede bodemprocedure is van de VSG tegen de Staat Suriname en Palmera’s Timber n.v. voor het schenden van de rechten van de Saamaka.

De advocaat van de VSG is Nailah van Dijk.

De juridische en milieuadviseur van de VSG, Hugo Jabini, beet de spits af en gaf tijdens zijn presentatie aan dat de directe aanleiding voor het aanspannen van twee bodemprocedures tegen de staat de uitgifte van houtconcessies in het woon- en leefgebied van de Saamaka is geweest.

Jabini benadrukte via een tijdlijn de opeenvolgende wijzen waarop de Staat Suriname de grondenrechten van de Saamaka heeft geschonden sinds de aanleg van de Afobakka Stuwdam in 1961.

De keynote speaker Patricia Meulenhof ging tijdens haar presentatie dieper in op de technische juridische aspecten rond de Wet Collectieve Grondenrechten die is ingediend bij de Nationale Assemblee.

Meulenhof gaf in zeer scherpe bewoordingen aan dat de grootste tegenstaanders van de totstandkoming van de Wet Collectieve grondenrechten Inheemse en Tribale Volkeren de kapitaalkrachtigen zijn. “Men vreest dat twee-derde van het Surinaams grondgebied in handen komt van de Inheemsen en Tribale volkeren”.

Ook haalde ze flink uit naar politieke partijen die sinds de onafhankelijkheid allemaal in hun verkiezingsprogramma de verwezenlijking van de wettelijke erkenning van de collectieve grondenrechten van de Inheemse en Tribale volkeren hadden opgenomen.

Nu aan de vooravond van de komende verkiezingen drukte ze haar gehoor op het hart goed na te denken op wie zij hun stem zullen uitbrengen willen ze daadwerkelijk dat de collectieve grondenrechten bij wet geregeld worden.

Na de presentaties van Jabini en Meulenhof was het de beurt van het goed opgekomen publiek om met de panelleden in debat te gaan over de kwestie: Grondenrechten. In het panel hadden zitting Marie-Jose Artist, Jennifer van Dijk-Silos, Rudi van Kanten, Hugo Jabini en Patricia Meulenhof.

Ontbossing en bosdegradatie

Volgens de Global Forest Watch is in Suriname 447.000ha uitgegeven aan concessies in het Saamaka gebied. Het bedrijf Palmeras Timber n.v. heeft sinds 2021 42,7 km weg aangelegd die letterlijk een weg is tot illegale houtkap. Ook is dit bedrijf verantwoordelijk voor meer dan 25.000 ha houtkap in het woon- en leefgebied van de Saamaka.

Met het uitgeven van concessies die zonder de vereiste Free Prior and Informed Consent FPIC door de Staat Suriname is geschied, is er geen mogelijkheid voor de Saamaka om met de ondernemers in het gebied te praten over benefit sharing.

Volgens Jennifer van Dijk-Silos, is de volledige wilsovereenstemming van de gemeenschappen en de ondernemers in het gebied hierdoor ernstig onder druk komen te staan.

Zij verwees naar de gebeurtenissen te Pikin Saron waarbij twee levens te betreuren zijn. “Dat kan je krijgen wanneer de mensen geen mogelijkheid hebben om op te komen voor hun rechten als er gebruik wordt gemaakt van hun woon- en leefgebieden” .

Marie-Jose Artist gaf eveneens in haar spreekbeurt aan dat kapitaalkrachtigen een grote tegenwerkende kracht zijn om de grondenrechten van de Inheemse en Tribale volkeren te willen stuiten.

Rudi van Kanten, directeur van Tropenbos Suriname, gaf aan dat de bedreigingen voor het bos voornamelijk illegale houtkap en goudwinning zijn.

Ook gaf hij aan dat Suriname het enige land is op het Zuid-Amerikaans continent die geen wettelijke erkenning heeft gegeven voor de collectieve grondenrechten van Inheemse en Tribale volkeren.

Van Kanten haalde aan dat bosbehoud niet betekend dat er geen gebruik gemaakt mag worden van het bos. Het gebruik van het bos zou volgens hem op een duurzame manier moeten geschieden.

Tussen het goed opgekomen publiek waren ook vertegenwoordigers van de Inheemse organisaties. In de verschillende opmerkingen kwam naar voren dat de Inheemsen hun grondenrechten als eerst erkend willen zien omdat zij de oorspronkelijke bewoners van het land Suriname zijn.

De weduwe van Aloema gaf in een emotioneel betoog aan dat ze heel lang bezig is en op verschillende fora zowel nationaal als internationaal haar stem heeft laten horen. Er was op gegeven moment tijdens het debat een verschil in opvatting tussen de Inheemse en de Tribale volkeren te merken.

Professor Franklin Jabini verbrak de spanning en gaf aan dat zonder samenwerking tussen Inheemsen en Tribale volkeren er geen uitvoering van de collectieve grondenrechten zal plaatsvinden. “It doesn’t matter who gets the glory” zei hij.

Obed Kanape, die eveneens aanwezig was, gaf zijn gehoor aan dat de gemeenschappen niet moe moeten worden om de strijd voor wettelijke erkenning van de grondenrechten voort te zetten.

Hij gaf aan dat de druk vanuit de gemeenschappen moet komen zodat het parlement dat kan aangrijpen om er haast bij te zetten.

Hij haalde kort aan dat er aardig wat politiek lobbywerk is verzet om deze wet op de agenda te krijgen. Nog voordat de avond eindige gaf Kapitein Steven Petrusi van Nieuw -Aurora in felle bewoordingen aan dat de Staat Suriname geen schaamte heeft en ongebreideld door wil gaan om te stelen van de Saamaka.