OPINIE- In de context van vier jaar beleid onder zijn leiding heeft president Santokhi de uitdagingen beschreven waarmee zijn regering bij aantreden werd geconfronteerd, evenals de vooruitgang die sindsdien is geboekt. Hoewel er een zekere mate van niet-duurzame of tijdelijke stabiliteit is bereikt, zijn veel van zijn beweringen echter ongegrond.
De vermeende vermindering van het begrotingstekort en het deviezentekort is niet het gevolg van duurzame maatregelen zoals verbetering van efficiëntie, productieverhoging, of sanering van onnodige uitgaven.
Deze reductie is vooral toe te schrijven aan de afschaffing van subsidies voor nutsbedrijven, een maatregel waarvoor de bevolking aanzienlijke offers heeft gebracht, en aan de ontvangen leningen van internationale organisaties zoals het IMF en de IDB.
President Santokhi’s claim dat de internationale reputatie van Suriname is verbeterd, lijkt misplaatst. Integendeel, het imago van Suriname heeft onder zijn leiderschap een dieptepunt bereikt, met een versterkt beeld van het land als een narcostaat.
Dit wordt onderstreept door de onderschepping van meer dan 30.000 kg cocaïne afkomstig uit Suriname in ongeveer drie jaar tijd. Volgens de DEA vinden er dagelijks ongeveer twee cocaïne-droppings plaats, en de minister van Justitie en Politie heeft toegegeven dat er jaarlijks tussen de 400 en 600 droppings kunnen zijn.
Zijn beleid kenmerkte zich verder door wijdverspreid nepotisme en vriendjespolitiek, wat zelfs in het buitenland niet onopgemerkt is gebleven. Grote corruptieschandalen zoals New Surfin, HPSG, Pan American, en diverse bouwprojecten staan nog vers in het geheugen. Ook de vele grondroofschandalen, zoals Sabakoe en Stalweide, zijn nog niet vergeten.
De bewering dat de staatsschuld zou zijn afgenomen, is onjuist. Volgens het Bureau voor de Staatsschuld is deze juist gestegen van SRD 46,7 miljard in 2020 tot SRD 125,02 miljard eind december 2023.
De beweringen dat de sociale uitkeringen en pensioenen zouden zijn verhoogd, zijn misleidend. Deze verhogingen zijn slechts nominale aanpassingen vanwege sterk gestegen koersen, terwijl de werkelijke koopkracht juist sterk is afgenomen.
Hoewel het kiesstelsel is aangepast naar een rechtvaardiger systeem, was dit niet vanwege een voorkeur van de president, maar als gevolg van grote maatschappelijke druk voor meer democratie. Zijn coalitie heeft echter geprobeerd de effecten van dit nieuwe systeem te dwarsbomen door een onrechtvaardige en absurde verhoging van de waarborgsom door te drukken.
De beloften die tijdens de laatste verkiezingen zijn gemaakt, blijken wederom ongefundeerd. Het is daarom tijd om af te rekenen met de oude politieke orde van groepsbelang, patronage en het bespelen van raciale sentimenten. Suriname verdient beter.
Ir D.K. Mungra
DNL
Dit artikel betreft een ingezonden opiniestuk. Voor de publicatie van ingezonden artikelen hanteren wij specifieke voorwaarden. Voor vragen of meer informatie kunt u contact opnemen via info@gfcnieuws.com.
Let op: Publicatie van opiniestukken houdt niet in dat GFC Nieuws het eens is met de inhoud