Surinaamse docenten voelen zich genegeerd door regering

Leerkracht docent onderwijzer

Verscheidene docenten uit Paramaribo, Suriname, uiten hun bezorgdheid en ontevredenheid aan GFC Nieuws over de houding van de regering tegenover het onderwijspersoneel.

Ze geven aan dat de recente verklaringen van onderwijsminister Henry Ori, die het voortzetten van onderwijsacties tot 14 mei ‘onaanvaardbaar’ noemt en met juridische stappen dreigt, hen diep raken.

Zij voelen zich over het hoofd gezien en vragen zich af wie binnen de regering er voor hun belangen opkomt.

Één van de onderwijzers legt uit dat de financiële situatie voor velen ondraaglijk is geworden. Met salarissen die variëren tussen SRD 7.000-9.000 en met de stijgende kosten van levensonderhoud, is het voor hen bijna onmogelijk om de eindjes aan elkaar te knopen.

De recente verhoging van de energietarieven heeft hun economische lasten verder verzwaard.

Daarnaast ervaren de onderwijskrachten geen waardering vanuit de regering. Minister Ori wordt vaak als arrogant en onbuigzaam beschouwd.

Een andere docente vertelt dat er een breed gedragen wens is om de minister te vervangen.

Vorig jaar merkte zij op dat de salariseisen van het onderwijzend personeel onrealistisch zijn en dat zij op hun uitgaven moeten letten, wat veel onderwijsprofessionals als beledigend ervaren gezien hun financiële problemen.

De onderwijsgevenden vrezen dat er geen verbetering in hun situatie zal komen, en sommigen overwegen zelfs om het land te verlaten op zoek naar betere kansen elders.

Dit zou een groot verlies voor Suriname zijn, aangezien het land dringend behoefte heeft aan gekwalificeerde onderwijskrachten.

Ze roepen de regering op om de noden van het onderwijzend personeel serieus te nemen en concrete acties te ondernemen om de situatie van deze groep in Suriname te verbeteren.

Foto ter illustratie.