Suriname’s glijvlucht richting de afgrond

Tunnel afgrond

In Suriname heerst een toestand die sterk doet denken aan een glijdende afgrond richting anarchie, een plek waar het lijkt alsof elke vorm van regelgeving slechts een vage echo is van wat ooit was.

De situatie op de wegen spreekt boekdelen: rode, blauwe en groene koplampen die niets minder zijn dan een visuele verstoring, ongerepte natuur die roekeloos wordt opgeofferd aan vlammen, en wegen die meer op kraters lijken, vormen slechts het topje van de ijsberg.

Dit is niet de beschaving die we ons wensen; dit is een staat van wanorde.

Te midden van deze chaos bevinden ziekenhuizen zich in een crisis, verstoken van noodzakelijke medicijnen en apparatuur, terwijl er elders extreem grote sommen geld worden besteed aan bruggebouwprojecten van twijfelachtige waarde.

Het is alsof de prioriteiten van het land zijn vertroebeld door een dikke mist van mismanagement.

De alomtegenwoordige rook die opstijgt uit brandend afval is een dagelijkse plaag voor de inwoners van Suriname, een tastbare herinnering aan de nalatigheid van de overheid.

De giftige dampen, die ongehinderd de lucht in Suriname vervuilen zijn meer dan een milieuprobleem; ze zijn een directe aanslag op de gezondheid van het volk.

Kinderen ademen deze lucht in, gezinnen leven erin, en toch blijft de reactie van de overheid angstaanjagend afwezig. Het blijft bij praten en het doen van valse beloften.

Verkeerschaos regeert ongestraft, met dronken bestuurders achter het stuur en een schrijnend gebrek aan handhaving op het gebied van snelheid en verlichting.

Het is een teken van een dieper liggend probleem: een algemeen gebrek aan verantwoordelijkheid en toezicht dat het weefsel van de Surinaamse samenleving uiteen trekt.

Daarbovenop komen nog de schandalen van grootschalige corruptie die het land teisteren, waarbij veel publiek geld verdwijnt in de zakken van een corrupte elite, zonder gevolgen, zonder verantwoording.

Het is een systeem dat doordrenkt is van onrecht en ongelijkheid, waarbij de gewone burger het nakijken heeft.

Deze staat van zaken in Suriname is niet slechts een probleem; het is een crisis van nationale proporties.

Het is een uitdaging aan de integriteit van mijn geboorteland, een test van de collectieve wil om verandering teweeg te brengen.

Het is tijd voor een ommekeer, voor een herbezinning op wat het betekent om een gemeenschap te zijn die zorgt voor haar mensen, haar land, en haar toekomst.

Suriname verdient een regering die luistert, handelt, en vooral, die haar burgers beschermt tegen de gevaren die nu vrij spel hebben. De tijd van toezien en niets doen is voorbij.

Het is tijd voor actie, voor rechtvaardigheid, voor een Suriname waar we allemaal trots op kunnen zijn.