Bouwtermijn en kostenanalyse van brugproject Van ’t Hogerhuysstraat: Een kritische blik

GFC. Nieuws uit Suriname

Naar aanleiding van de reactie van het Ministerie van Openbare Werken op het artikel dat verscheen op GFC onder de kop “Dharm Mungra plaatst vraagtekens bij de bouw van de brug Van ’t Hogerhuysstraat”, reageert Dharm Mungra als volgt.

Mijn reactie was gericht op de mededeling van niemand anders dan de Minister van Openbare Werken zelf op zijn Facebookpagina, waarin hij letterlijk en duidelijk schrijft: “Na 2 jaar is dit prachtige project af en zal een ieder kunnen genieten van moderne infrastructuur.”

Deze absurd lange uitvoeringstermijn was inderdaad voor mij onbegrijpelijk, zeker in vergelijking met de realisatieduur van de andere 2 megabruggen in ons land, die tezamen bijna 50 keer zo lang zijn en binnen 2 jaar af waren.

Uit de reactie van Openbare Werken blijkt dat zijn deskundigen hem blijkbaar al dan niet uit onwetendheid verkeerd hebben geïnformeerd, wat resulteerde in een grote blunder die veel vragen opriep.

In dit kader moet ook worden opgemerkt dat uit een globaal rekensommetje blijkt dat de kosten per m² van de te bouwen brug te Doorsteek ook afwijken van de kosten van de 2 grote bruggen, namelijk circa $5300/m², terwijl de kostprijs van de vergelijkbare Coppenamebrug circa $2090/m² bedroeg, nota bene op een afgelegen locatie.

Dat de zogenaamde deskundigen van zijn ministerie deze goedmenende maar misschien te goedgelovige minister al dan niet bewust misleiden, moge blijken uit het feit dat volgens hun beweringen, niet zo lang geleden, de brug over de Corantijnrivier U$ 611 miljoen zou moeten kosten, een bedrag dat na mijn opmerking binnen 3 dagen werd teruggebracht naar U$ 523 miljoen, dus met U$ 88.000.000, een onverklaarbare, al dan niet bewuste misrekening.

De bouwkosten van die brug zouden dan per m² circa U$ 15.275 bedragen. Als er inderdaad bij de bouw van de 2 grote bruggen die samen destijds circa U$ 92 miljoen hebben gekost, NF 34 miljoen (circa U$18,8 miljoen) aan steekpenningen zou zijn betaald, kun je je voorstellen hoeveel geld er waarschijnlijk in bepaalde zakken zou belanden indien de brug over de Corantijn voor dat bedrag zou worden gebouwd.

Gelukkig is de gemeenschap voorlopig bespaard gebleven van die ramp. In ieder geval is het toe te juichen dat het ministerie van Openbare Werken dankzij mijn artikel eindelijk gemeend heeft de gemeenschap nu de nodige informatie te verschaffen waarop zij recht heeft.

Ir. Dharmvir. K. Mungra

DNL