Verlies van topzwemmer Renzo Tjon-A-Joe aan Nederland grote teleurstelling voor Surinaamse sport

Renzo Tjon A Joe

OPINIE – De Surinaamse topzwemmer Renzo Tjon-A-Joe aangekondigd dat zijn aanvraag voor de Nederlandse nationaliteit is goedgekeurd.

Vorig jaar liet Tjon-A-Joe weten dat hij het Nederlandse paspoort zou aanvragen, omdat hij tot de conclusie was gekomen dat zijn situatie in Suriname niet zou veranderen. Deze beslissing heeft geleid tot de nodige verbazing en roept vragen op over het sportbeleid en de faciliteiten in Suriname.

Het is teleurstellend te constateren dat Suriname een talentvolle topsporter als Tjon-A-Joe verliest aan Nederland.
De keuze van de zwemmer om zijn land van herkomst te verlaten roept de vraag op of er voldoende wordt geïnvesteerd in het Surinaamse sportlandschap.

Het lijkt erop dat het gebrek aan perspectief en ondersteuning vanuit het ministerie van Sport een rol heeft gespeeld in zijn beslissing.

Tjon-A-Joe heeft expliciet aangegeven dat hij weinig hoop had op verbeteringen in de sportomstandigheden van Suriname. Dit roept de vraag op of het ministerie van Sport wel effectief functioneert en of het voldoende aandacht besteedt aan het behoud van talentvolle sporters.

Het lijkt erop dat het ministerie zich eerder bezighoudt met geldverspilling door accommodatie van partijloyalisten dan met het ontwikkelen van een solide sportbeleid.

De beslissing van Tjon-A-Joe om voor Nederland uit te komen, benadrukt het belang van een doeltreffend sportbeleid en de noodzaak voor investeringen in sportfaciliteiten. Suriname zou moeten streven naar het behouden van talent en het aantrekken van de juiste mensen om een concurrerend sportklimaat te creëren.

Het lijkt erop dat het ministerie van Sport grondig moet worden geëvalueerd en heroverwogen, gezien het gebrek aan resultaten en de teleurstellingen die vooraanstaande sporters zoals Tjon-A-Joe ervaren.

Als Suriname zijn positie in de wereld van de topsport wil behouden, moet het serieus overwegen om het sportbeleid te herzien en meer te investeren in de ontwikkeling van talent en moderne sportinfrastructuur.

Foto: Konsensi’s Photography

H. Smeltz