Onrechtmatige veroordelingen en schending van mensenrechten centraal in verzoekschrift Surinaamse advocaten

advocaat recht rechter

In een maandag ingediend verzoekschrift hebben Surinaamse advocaten zich verzet tegen de veroordelende vonnissen die op 20 december 2023 zijn uitgesproken door het Hof van Justitie.

Het verzoekschrift is gebaseerd op Artikel 22 van de Grondwet van Suriname, in samenhang met relevante artikelen uit het Wetboek van Strafvordering en de Amnestiewet 1989.

De veroordeelde personen, waaronder voormalig president Desi Bouterse, betwisten de rechtmatigheid van de vonnissen en wijzen op een vermeende schending van het Ne Bis in Idem-beginsel.

Volgens het verzoekschrift had de toepassing van de Amnestiewet in 2012 moeten leiden tot het vervallen van de bevoegdheid tot strafvordering tegen de betrokkenen.

Desondanks werden veroordelende vonnissen uitgesproken, wat volgens de advocaten in strijd is met de wet en internationale mensenrechtenverdragen.

De advocaten stellen dat het Hof van Justitie het Ne Bis in Idem-beginsel heeft geschonden door de rechtsgevolgen van de Amnestiewet te negeren en alsnog veroordelingen uit te spreken.

Ze benadrukken ook dat er geen aanwijzingen zijn dat de veroordeelden zich schuldig hebben gemaakt aan grove mensenrechtenschendingen of misdaden tegen de menselijkheid.

Het verzoekschrift vraagt het bevoegd gezag, vertegenwoordigd door de Procureur-Generaal, om de tenuitvoerlegging van de veroordelende vonnissen op te schorten of aan te houden.

De advocaten pleiten ervoor om eerst in een civiele bodemprocedure vast te stellen of de Amnestiewet correct is toegepast en of het Ne Bis in Idem-beginsel is geschonden.

De indiening van dit verzoekschrift markeert een juridische uitdaging tegen de gang van zaken rondom de veroordelingen en benadrukt het belang van het handhaven van de rechtsstaat en mensenrechten in Suriname.