Vereniging van Bus- en Boothouders verklaart het ministerie van Onderwijs de oorlog

schoolbus

Schoolvervoerders die zijn aangesloten bij de Organisatie van Bus- en Boothouders in Suriname (OBS) kondigen een verhitte strijd aan tegen het ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur.

Voorzitter Antonius Pokie van de organisatie verklaart dat zij nu strikt zakelijk zullen handelen zonder rekening te houden met eventuele concessies.

De woede onder de vervoerders is geëscaleerd doordat zij de feestdagen zonder inkomen hebben doorgebracht. Het salaris voor de maand november werd pas op 3 januari uitbetaald, waardoor ze tijdens de kerst, oudjaar en nieuwjaar zonder geld zaten.

Pokie heeft geprobeerd ervoor te zorgen dat de vervoerders voor de feestdagen over hun geld konden beschikken, maar zonder succes.

Volgens Pokie heeft de OBS altijd soepel samengewerkt met het ministerie, waarbij rekening werd gehouden met de belangen van beide partijen om ervoor te zorgen dat kinderen optimaal van onderwijs kunnen genieten.

Echter, in reactie op de verlate betalingen benadrukt hij dat er nu geen concessies meer zullen worden gedaan en dat ze met niemand rekening zullen houden.

De voorzitter wijst erop dat volgens de overeenkomst tussen OBS en het ministerie de vervoerders uiterlijk op de tiende van elke maand betaald moeten worden.

Minister Henry Ori rechtvaardigt de vertraging door te stellen dat er meer tijd nodig is om de betalingen zorgvuldig te screenen.

Hoewel de OBS begrip toonde voor deze screening, bleek de verwachting van het ministerie om binnen tien dagen alles af te handelen onrealistisch.

Pokie kondigt aan dat het bestuur van de organisatie binnenkort in gesprek zal gaan met de leiding van het ministerie om duidelijke afspraken te maken.

Hij benadrukt dat de schoolvervoerders deze situatie niet langer zullen accepteren.

Bovendien eisen ze het TWK-geld over de maanden januari, februari, maart en april, waarvoor een tariefaanpassing in mei is overeengekomen.

Het ministerie dient nog TWK uit te betalen aan de schoolvervoerders voor de eerste vier maanden van het jaar.