Waarom heeft de president de minister van Justitie nog niet ontslagen na Atjoni-incident?

kennetk amoksie minister justitie en politie kps

OPINIE – De opmerkingen van president Chan Santokhi over het gebrek aan daadkrachtige actie na het verontrustende incident in Atjoni wekken bezorgdheid op en doen de vraag rijzen waarom de minister van Justitie, Kenneth Amoksi, nog niet is ontslagen.

Ondanks de ernst van de situatie en het expliciete bevel van de president om onmiddellijk maatregelen te treffen, lijkt er nog geen duidelijke actie te zijn ondernomen.

De president benadrukt sterk het belang van leiderschap, zowel in het geven van richting als in het daadwerkelijk nemen van de leiding in crisissituaties.

Zijn vergelijking met een soortgelijk incident tijdens zijn ambtstermijn als minister van Justitie, waarbij hij direct ter plaatse kwam, onderstreept zijn standpunt dat effectief handelen van groot belang is.

De situatie te Atjoni, waar criminelen ongehinderd hun gang konden gaan, roept vragen op over de capaciteiten van de huidige ministers van Justitie en Defensie.

Is het gebrek aan snelle respons het gevolg van onvoldoende leiderschap, onvoldoende middelen, of is er iets anders aan de hand?

De president lijkt openlijk te twijfelen aan de leidinggevende capaciteiten van de ministers en heeft aangegeven bereid te zijn zelf maatregelen te nemen als dat nodig is.

Het lijkt erop dat de president zich bewust is van de zwakheden van de minister, aangezien hij expliciet heeft verklaard dat, indien de ministers van Justitie en Defensie niet in staat zijn om leiding te geven, hij persoonlijk de leiding zal nemen en de nodige maatregelen zal treffen.

Deze uitspraak kan worden geïnterpreteerd als een indirecte erkenning van het gebrek aan krachtig leiderschap binnen het huidige kabinet, met name op het gebied van justitie en veiligheid.

Het herinneren aan een soortgelijk incident tijdens de ambtstermijn van de president als minister van Justitie, waarbij hij samen met de toenmalige minister van Defensie snel ter plaatse was, kan ook gezien worden als een impliciete vergelijking met de huidige minister.

Het roept vragen op over Amoksi’s vermogen om snel en effectief te reageren op noodsituaties en de veiligheid van de burgers te waarborgen.

De onbeantwoorde vraag blijft waarom de president nog niet heeft ingegrepen door de minister van Justitie alvast te ontslaan, zoals hij eerder heeft aangegeven te zullen doen als de ministers niet adequaat functioneren.

Is er een strategie achter deze schijnbare terughoudendheid, of is er sprake van politieke overwegingen die de daadkracht van de president beïnvloeden?

De president zal uiteindelijk verantwoording moeten afleggen over zijn beslissingen en de effectiviteit van zijn regering in het aanpakken van criminaliteit en het waarborgen van de veiligheid van de burgers.

D. Karamat-Ali

DISCLAIMER: Publicatie van opiniestukken houdt niet in dat GFC het eens is met de inhoud