Eventuele gratie aan veroordeelden vereist erkenning, spijtbetuiging en compensatie

desi bouterse opnieuw veroordeeld tot twintig jaar cel voor decembermoorden

In de nasleep van de juridische processen rondom de Decembermoorden in Suriname, komt het onderwerp gratie voor de veroordeelden op tafel.

Monseigneur Karel Choennie benadrukt echter dat eventuele gratieverlening gepaard moet gaan met strikte voorwaarden om recht te doen aan de ernst van de situatie.

Choennie pleit allereerst voor een cruciale stap: de erkenning van het vonnis door Desi Bouterse. Het stoppen met het betitelen van het proces als politiek is volgens de Monseigneur essentieel voor het herstel van gerechtigheid. Daarnaast moet Bouterse spijt betuigen en zijn excuses aanbieden aan de samenleving.

Het bekennen van schuld en verantwoordelijkheid is volgens Choennie onontbeerlijk voor een constructief vervolg.

Een ander belangrijk aspect van de voorwaarden is de compensatie aan de nabestaanden. Hierbij benadrukt Choennie dat het niet alleen om financiële vergoeding gaat, maar ook om de erkenning van de onschuld van de slachtoffers. De nabestaanden verdienen niet alleen een materiële vergoeding, maar ook de ruimte om hun verdriet te uiten en te verwerken.

Monseigneur Choennie wijst op de mogelijkheid van verzoening, maar benadrukt dat hiervoor een specifiek instituut nodig is. Dit instituut zou zich moeten richten op de bescherming van mensenrechten en het bewaken van rechtvaardigheid.

Het doel is om healing te brengen in de samenleving die nog steeds gebukt gaat onder de last van deze donkere periode.

In navolging van succesvolle initiatieven elders, zoals in Zuid-Afrika, suggereert Choennie dat de nabestaanden en daders de gelegenheid moeten krijgen om elkaar te ontmoeten. Het stellen van vragen, het voeren van gesprekken en wellicht zelfs vergeving zijn cruciale elementen van dit proces, hoe moeilijk ze ook mogen zijn.

Choennie wijst op de aanwezige ‘hebi’ – een last – die deze periode nog steeds op de samenleving drukt, en gelooft dat een dergelijk instituut kan bijdragen aan het verlichten van deze last en het bevorderen van verzoening en heling.