Buiten ’t Vat heeft Paramaribo aan toeristen betreurenswaardig weinig te bieden

paramaribo suriname

Het is een ontnuchterende realiteit: buiten het bekende gebied van ’t Vat heeft Paramaribo voor buitenlandse toeristen betreurenswaardig weinig te bieden.

Dit is niet alleen triest, maar ook schandalig voor een land als Suriname, dat rijk is aan natuurlijke schoonheid en culturele diversiteit.

Een wandeling door de stad laat een gemis aan toeristische attracties zien. Er is niet eens sprake van een groot, veilig wandelpark; in plaats daarvan vinden we de Palmentuin, een locatie die meer duister dan uitnodigend lijkt.

Fort Zeelandia en ’t Vat met zijn paar restaurantjes, cafeetjes en casino’s  in de nabije omgeving zijn de uitzonderingen, maar daarbuiten verliest de binnenstad snel zijn charme voor bezoekers.

Dit staat in schril contrast met het Caribische eiland Curaçao, dat met zijn ruime aanbod aan entertainment en stranden jaarlijks tienduizenden Nederlandse toeristen aantrekt.

Curaçaos florerende toeristenindustrie toont aan wat mogelijk is in deze regio en benadrukt tegelijkertijd Surinames gemiste kansen.

Het falende toerismebeleid in Suriname leidt tot aanzienlijke financiële verliezen. Miljoenen dollars die het land jaarlijks misloopt, zijn niet te verwaarlozen.

Bovendien maken de onnodig dure vliegreizen en trips naar het binnenland het land minder toegankelijk voor toeristen. In vergelijking zijn reizen van Nederland naar Spanje vaak voordeliger.

Dit alles draagt bij aan een onaantrekkelijk imago voor potentiële bezoekers.

Het is tijd voor een drastische koerswijziging. Suriname heeft de potentie om een belangrijke toeristische bestemming te worden, maar daarvoor is een fors investeren in toerisme noodzakelijk.

Dit betekent het ontwikkelen van aantrekkelijke, veilige wandelgebieden, het verlagen van reiskosten, en het verbeteren van de veiligheid.

Alleen met een actief en doordacht toerismebeleid kan Suriname zich ontpoppen tot een top toeristenbestemming voor Nederlanders.