Minister Somohardjo staat stil bij campagne tegen gendergerelateerd geweld

foto unite

Op 25 november begint de jaarlijkse Sixteen Days of Activism against Gender-based Violence Campaign. Tijdens deze wereldwijde campagne wordt aandacht gevraagd voor gendergerelateerd geweld. Ook in Suriname wordt stilgestaan bij deze campagne van 16 Dagen van Activisme tegen Gendergerelateerd Geweld.

Twee belangrijke data hierbij zijn: 25 november, de Internationale Dag ter Uitbanning van Geweld tegen Vrouwen, en 10 december, de Internationale Dag van de Rechten van de Mens.

Minister Bronto Somohardjo van Binnenlandse Zaken (BIZA) zegt dat deze data zijn gekozen om te benadrukken dat gendergerelateerd geweld een van de meest voorkomende schendingen van mensenrechten is.

“Gedurende deze periode wordt wereldwijd extra aandacht geschonken aan het geweld dat vrouwen en meisjes wordt aangedaan. Tijdens voornoemde campagne wordt doorgaans de kleur oranje gebruikt om hiermee te symboliseren dat vrouwen en meisjes, net als elk ander, ook recht hebben op een toekomst die helder en vrij van geweld is”, aldus de bewindsman.

Het thema van de Verenigde Naties voor 2023 is: “UNITE! Invest to Prevent Violence against Women & Girls”! Men zal zich richten op het belang van investeren in verschillende preventiestrategieën om geweld in eerste instantie te voorkomen. Hierbij zullen belangrijke platforms worden gebruikt om daadkracht te vergroten en collectieve inspanningen te stimuleren om geweld tegen vrouwen en meisjes te voorkomen.

Minister Somohardjo: “Het is inderdaad belangrijk – zoals het voornoemde thema aangeeft – dat wij ons dienen te verenigen en nu meer dan ooit moeten investeren om geweld tegen vrouwen en meisjes tegen te gaan, want de onderstaande feiten spreken voor zich.” De bewindsman zegt dat meer dan 1 op de 3 vrouwen in de wereld tijdens haar leven te maken krijgt met gendergerelateerd geweld.

In het Caribisch gebied schijnt het voorkomen van geweld tegen vrouwen hoger te zijn. Uit surveys die tussen 2016 en 2019 zijn uitgevoerd in vijf Caribische landen, namelijk in Grenada, Jamaica, Guyana, Trinidad & Tobago en Suriname is gebleken dat gemiddeld bijna 1 op de 2 oftewel 46 procent van de vrouwen tussen 15 en 64 jaar die ooit een partner hebben gehad, tijdens hun leven tenminste één vorm van geweld – lichamelijk, geestelijk, financieel, en seksueel – hebben ervaren.

Specifiek voor Suriname kan worden aangegeven dat van de vrouwen en meisjes die ooit een partner hebben gehad en momenteel 15 tot 64 jaar oud zijn, ongeveer 1 op de 3 op enig moment in hun leven minstens één handeling van lichamelijk of seksueel geweld van een intieme partner heeft ervaren.

Eveneens blijkt uit voorlopige data van de Dienst Criminele Informatie Voorziening (DCIV) dat het aantal meldingen van femicide over de jaren 2020, 2021 en 2022 respectievelijk 10, 7 en 10 zijn.

Geweld tegen vrouwen en meisjes brengt volgens de BIZA-minister economische kosten met zich mee voor individuen, gezinnen en de samenleving als geheel. Verschillende landen hebben een schatting gemaakt van de kosten van geweld tegen vrouwen en meisjes om te begrijpen wat de economische impact van geweld tegen vrouwen en meisjes is op de nationale economie en te bepalen welke investeringen nodig zijn om dit te verminderen of zelfs te elimineren.

Wereldwijd onderzoek wijst uit dat de kosten van geweld tegen vrouwen en meisjes ongeveer 2 procent van het bruto binnenlands product (BBP) zouden kunnen bedragen. Uit recent onderzoek in Jamaica is gebleken dat de totale geschatte kosten van geweld tegen vrouwen in 2018 meer dan 1 miljard dollar bedroegen, of 6,49 procent van het bruto binnenlands product.

Daarnaast bevestigt wereldwijd onderzoek ook dat ongelijke machtsverhoudingen tussen vrouwen en mannen geweld tegen vrouwen en meisjes aanwakkeren en in stand houden.

Het ministerie van Binnenlandse Zaken, met als werkarm het Bureau Gender Aangelegenheden (BGA), draagt voornamelijk door middel van bewustwordingsacties bij aan deze internationale campagne en tracht partners zoals overheidsinstanties, de media, het bedrijfsleven, religieuze organisaties, vrouwen en gendergerichte organisaties ook te betrekken in de aanpak van dit vraagstuk.

De preventie van geweld tegen vrouwen en meisjes is uiteindelijk de verantwoordelijkheid van ons allen om ervoor te zorgen dat alle mensen, in deze in het bijzonder, elke vrouw en meisje een leven kan leiden dat vrij is van geweld.

“De geschetste situatie en de uitdagende tijd waarbij fondsen steeds schaarser worden, verplichten ons om meer dan ooit samen te werken om zo op een efficiënte wijze strijd te leveren tegen het geweld dat vrouwen en meisjes wordt aangedaan en een leefomgeving te creëren die vrij is van geweld”, zegt minister Somohardjo verder.

“Als minister verantwoordelijk voor genderaangelegenheden roep ik eenieder op om samen te werken aan een samenleving die vrij is van gendergerelateerd geweld. U kunt het verschil maken! Onderneem actie tijdens de 16 dagen van activisme van dit jaar om gendergerelateerd geweld te beëindigen. Mik un bondru kon na wan fu jep’ feti ala ogri di e mit’ uma sma in Sranan.”