Ruim 5.7 miljard euro die Suriname van Nederland kreeg in rook opgegaan

Euros boot

INGEZONDEN-  Na de onafhankelijkheid van Suriname op 25 november 1975, beloofde Nederland financiële steun te bieden aan ons land.

In het kader van deze overeenkomst heeft Nederland in totaal ongeveer 3,5 miljard gulden, omgerekend  1,6 miljard euro, aan ontwikkelingshulp verstrekt aan Suriname.

Deze middelen waren bedoeld om de economie van Suriname te versterken en de overgang naar zelfbestuur te vergemakkelijken.

Rekening houdend met de inflatie, zou 1,6 miljard euro uitgegeven vanaf 1975 tot op het moment waarop de rest van het geld werd uitgekeerd aan Suriname, op basis van mijn berekeningen ongeveer 5,7 miljard euro waard zijn, fluctuerende inflatiepercentages per jaar meegenomen.

Het geld kwam uiteindelijk niet waar het terecht moest komen, maar is in rook opgegaan. Er werden allerlei wazige en kostbare projecten uitgevoerd waarvan uiteindelijk niets terecht is gekomen.

Vanaf de dag dat Suriname onafhankelijk is geworden, is het alleen maar bergafwaarts gegaan door toedoen van zeer ondeskundige politici die er overigens  alleen maar op uit zijn geweest hun eigen financiën en die van vrienden en familieleden veilig te stellen.

Op allerlei vlakken, met name de gezondheidszorg, wegeninfrastructuur, het onderwijs, energievoorziening, ontwatering en criminaliteit is er al bijna 48 jaar sprake van achteruitgang.

Het argument dat een tekort aan geld de oorzaak is van deze neergang, is beslist  niet valide. De bron van alle ellende is een ernstig gebrek aan deskundigheid, eerlijkheid, slechte werkmentaliteit en een overvloed aan egoïsme.

S. Cruden

DISCLAIMER: Publicatie van ingezonden stukken houdt niet in dat de GFC Nieuwsredactie het eens is met de inhoud