Belastingdirecteur: “Consument moet letten op btw-certificaat”

dcp btw verhoging belasting

GFC NIEUWSREDACTIE- Consumenten zullen wanneer hen btw in rekening wordt gebracht erop moeten letten of het bedrijf of de winkelier die dit doet, over een btw-certificaat beschikt.

Zo laat Ismael Kalaykhan, directeur van de Belastingdienst optekenen. Hij zegt dat eenieder die zich voor de btw-registratie aanmeldt bij de Belastingdienst, een certificaat ontvangt.

“De consument moet goed nagaan of iemand die btw in rekening brengt, dat mag doen. Het mag alleen wanneer ze geregistreerd staan en hun certificaat duidelijk zichtbaar is.”

De btw-wet is op zondag 1 januari in werking getreden in Suriname. Kalaykhan zegt dat de Belastingdienst geconfronteerd is met veel aanmeldingen van bedrijven c.q. ondernemers, maar dat er terdege rekening is gehouden met het zogenaamde “last moment”.

“We zijn alles nu aan het verwerken, maar zijn daarbij ook afhankelijk van de techniek zoals internet, omdat veel mensen appen”, zegt hij verder.

Echter gaat het volgens de functionaris de goede kant op. De dienst heeft veel vragen vanuit de samenleving ontvangen en zet zich van haar kant in om de communicatie naar ondernemer en consument op te schroeven.

In het proces naar de invoering van de btw toe zijn er onder meer informatiefilmpjes geproduceerd en uitgezonden; ondernemersavonden georganiseerd; sessies met doelgroepen afgewerkt en uitleg gegeven aan specifieke organisaties. “Ik kan me voorstellen dat het niet in een keer goed begrepen wordt, maar vooral voor de man van de straat moet het duidelijk zijn,” aldus Kalaykhan.

Volgens hem is het voornamelijk van belang dat de consument goed nagaat welke goederen onder het nultarief vallen. Men kan hiervoor onder meer terecht op de website van de Belastingdienst.

Verschillende percentages

De btw is met een algemeen tarief van 10% twee procenten minder dan de Omzetbelasting die 12% bedroeg. “Het is minder, omdat de btw nu een bredere basis heeft. Er zijn meerdere producten en diensten hierin meegenomen,” aldus Kalaykhan, die aangeeft dat er hiermee een verruiming c.q. verbreding is van goederen en diensten die aan btw onderhevig zijn.

Dit zorgt er ook voor dat veel ondernemers en dienstverleners zich ter registratie bij de Belastingdienst melden om de btw te kunnen door verrekenen. “We krijgen nu een betere spreiding van de belastingdruk naar iedereen toe die gebruikt en verbruikt.”

In de btw-wet zijn er meerdere tarieven van toepassing. Naast het algemene tarief van 10% zijn er ook nog tarieven van 5, 10 en 25 procent, terwijl er ook nul procent geldt op goederen en diensten waarop er vanwege de invoering van de btw geen prijsverhogend effect is.

Het gaat onder meer om basisgoederen, elektriciteit en water. Kalaykhan legt uit dat daar waar er btw is betaald om tot het product of de dienst te komen, waarop er een nultarief geldt, de betaalde btw geen effect mag hebben op de kostprijs.

Voor benzine geldt er een tarief van 5 procent, ook zodat voornamelijk de informele sector een bijdrage levert. Volgens de belastingdirecteur is er niet gekozen voor het algemene tarief van 10 procent.

“We willen het zodanig doen zodat niet een kleine groep haar bijdrage niet levert. Dus we willen het een beetje gematigd houden.”

Daarnaast is er een groep van producten die belast worden met 25% btw: de zogenaamde luxeartikelen.

Met al de genoemde percentages betekent het volgens Kalaykhan dat iedereen een bijdrage gaat leveren aan de btw. “Behalve wanneer je helemaal niet consumeert, dan alleen maar gebruikt maakt van goederen en diensten waarvoor er nul procent btw geldt.”