Verdere versterking diplomatieke relaties prioriteit 2023

Santokhi vraagt OAS om ondersteuning klimaatfinanciering

GFC NIEUWSREDACTIE- In het jaar 2023 zal het versterken van bestaande diplomatieke relaties en het aangaan van nieuwe samenwerkingen met wederzijds voordeel prioriteit genieten.

Het ministerie van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking (BIBIS) zal zich ten eerste volledig inzetten op het intensiveren van de strategische samenwerking tussen Suriname, Brazilië, Guyana en Frans-Guyana.

In dit nieuwe jaar geeft het departement ook prioriteit aan een intensieve samenwerking met Jamaica en de Nederlandse Antillen. Dit heeft minister Albert Ramdin van BIBIS op 4 januari kenbaar gemaakt tijdens een persconferentie over het jaarverslag van 2022 en vooruitblik op 2023.

De functionaris zegt dat mogelijkerwijs in het tweede helft van het jaar de relatie met de Dominicaanse Republiek ook verbeterd zal worden.

“Echter hou ik een slag om de arm.” Dit zegt de bewindsman vanwege issues vanuit Caricom hieromtrent in relatie tot Haïti. Hij geeft vervolgens aan dat Suriname weliswaar traditioneel al jarenlang een relatie met de Dominicaanse Republiek onderhouden heeft.

Ook de relatie met Nederland, Frankrijk en de Verenigde Staten die in het afgelopen jaar reeds versterkt zijn, zullen verder geïntensiveerd worden. In het kader van de opkomende offshore olie-en gasindustrie zal ook de samenwerking met Canada verdiept worden.

“President Santokhi zal vandaag naar India vertrekken met het oog op het uitbreiden van de samenwerking met Zuidoost-Azië”, aldus de minister.

Ramdin zegt verder dat Suriname met nog meer landen in Azië de samenwerking zal optimaliseren. Hij noemt vervolgens Japan, Zuid-Korea, Thailand en Singapore. “Het zijn allemaal landen die ons voordelen kunnen opleveren. Afrika is ook een gunstige samenwerkingspartner, gelet op haar bijzondere groeipotentie.”

Politieke diplomatie, sociaaleconomisch functionele elementen en het versterken van de zakelijke betrekking zijn in het intensiveringstraject cruciaal.