Nationaal Comité Slavernijverleden niet afgeweken van standpunt: excuses Nederland te gehaast en onzorgvuldig

vrijheid slavernij slaaf ketting

GFC NIEUWSREDACTIE- Het Nationaal Comité Slavernijverleden in Suriname blijft bij haar standpunt dat het aanbieden van excuses door Nederland te gehaast en onzorgvuldig is voorbereid.

Het Comité zegt het op prijs te stellen dat de Nederlandse minister van Financiën tevens vicepremier naar Suriname komt. Dit voorstel is gedaan door de voorzitter van het Comité, Johan Roozer.

De historische situatie van Suriname is een heel andere dan die van Nederland of de Antillen, stelt het Comité. Door de trans-Atlantische handel werden miljoen Afrikanen tegen hun wil ingebracht en gehouden in een slavernijsysteem, ook in Suriname gebeurde dit, wat ons land maakt tot plaats delict.

Meer dan logisch dan dat hun nazaten worden betrokken bij het proces van erkenning, excuses en herstel. Daarnaast zijn de Surinaamse regering, het parlement en de organisaties die betrokken zijn bij het slavernijverleden niet geïnformeerd over de voornemens om excuses aan te bieden voor het slavernijverleden deze maand.

Het slavernijsysteem dat bijkans 300 jaar heeft geduurd kenmerkte zich door de meest wrede vormen van onderdrukking en dehumanisering, maar ook door het voortdurend insteken met en hanteren van verdeeldheidssystemen.

In vele gevallen worden deze systemen ook door nazaten in verbeterde vorm tegen elkaar ingezet, wat niet bevorderlijk is voor het leiderschap en het dienen van het gemeenschappelijk belang.

Het Nationaal Comité Slavernijverleden, roept daarom alle nazaten van de slaafgemaakten op om de gelederen te sluiten en één vuist te maken.

Het Nationaal Comité zegt dat Afro-Surinamers nu meer dan ooit eensgezind moeten optrekken. Niemand heeft het monopolie over het slavernijdossier. Het proces van eerherstel en genoegdoening moet samen bepaald en doorlopen worden.

De komst en aanwezigheid van de viceminister-president Kaag moet aangegrepen worden om eensgezind een duurzame basis te leggen voor samenwerking om op een waardige wijze invulling te geven aan vereffening van
de schuld van het slavernijverleden.